Frankrijk presenteert zichzelf graag als ‘la grande nation’, en op autogebied hebben de Fransen daar ook best redenen voor. Sinds 1887 worden in Frankrijk al auto’s gebouwd en in de loop der decennia werden talrijke klassiekers als de Citroën DS, Renault 5 en Peugeot 205 gebouwd.
Maar hoe chauvinistisch Franse automerken ook zijn, als ze productiekosten kunnen besparen, sluiten ze meedogenloos fabrieken in eigen land. Vervolgens worden in lagelonenlanden gloednieuwe fabrieken uit de grond gestampt. De vooroordelen over Fransen blijken ook aardig te kloppen: de hoge lonen, de lage productiviteit en starre vakbonden zijn allemaal redenen om fabrieken te sluiten.
In 18 jaar tijd 62 procent minder auto's
De daling is fors: in 2005 werden in Frankrijk nog 3,5 miljoen personenauto’s en lichte bedrijfswagens gebouwd, in 2022 waren het er nog maar 1,3 miljoen. Kijk je alleen naar de personenauto’s, dan duikt Frankrijk met 940.690 zelfs onder het miljoen. Daarmee ligt de autoproductie op het niveau van 1962. In Europa worden de Franse voorbijgesneld door landen als Tsjechië en Slowakije en is de afstand tot Duitsland niet te overbruggen. Au …
Autoproductie top 5 2022
Duitsland 3.336.116
Spanje 1.702.641
Tsjechië 1.190.160
Slowakije 964.072
Frankrijk 940.690
De komende jaren lijkt er weinig verbetering in zicht. Renault heeft de fabriek in Boulogne-Billancourt al gesloten en in 2024 rollen ook in Flins, ten westen van Parijs, geen nieuwe auto’s meer van de band. Het wordt een ‘recycling fabriek’. Auto’s met verbrandingsmotor worden omgebouwd tot hybrides en batterijpakketten worden hergebruikt in bestaande EV’s of krijgen een andere bestemming.
Een auto zo Frans als döner kebab
Ook Peugeot en Citroën, onderdeel van Stellantis, kennen geen mededogen voor de Franse fabrieksmedewerker. In 2013 sloot de PSA-fabriek in Aulnay-sous-Bois. De arbeiders bezetten maandenlang de fabriek, maar het management in Parijs was onverbiddelijk.
Peugeot koos ervoor om bestseller 208 in Slowakije en Marokko te gaan bouwen, de Renault Clio loopt van de band in Slovenië en Turkije. Voor de Renault Captur week Renault uit naar Spanje. Bij Stellantis wordt maar 14,8 procent van de auto’s in Frankrijk geproduceerd – en dan rekenen we Jeep niet eens mee. Bij Renault zien we een soortgelijk percentage: 15,8 procent. Ter vergelijking: bijna een derde van alle BMW’s wordt in Duitsland gebouwd.
Franse lonen zijn hoog
De fabriekssluitingen hebben alles te maken met de hoge Franse lonen. Al in 2005 besloten Peugeot, Citroën en Toyota om de 107, C1 en Aygo in Tsjechië te bouwen, vanwege de kleine winstmarges op compacte auto’s. De loonkosten liggen in Frankrijk gemiddeld op 38,.10 euro per uur, in Duitsland op 36,70 euro.
Bovendien hebben de Franse merken zich grotendeels teruggetrokken uit het luxesegment. De Citroën C6 en Peugeot 607 werden niet opgevolgd, de Renault Talisman hield het maar één generatie vol. Terwijl de DS 9 in China wordt gebouwd.
De grootste Franse autofabrikant is Japans
En zo krijgen we de merkwaardige situatie dat de Franse eer wordt hooggehouden door een Japans merk. Toyota bouwde in 2022 meer auto’s in Frankrijk dan Renault, Peugeot en Citroën. Onlangs rolde de 10 miljoenste Yaris van de band in Valenciennes. Naast de Yaris wordt daar sinds 2021 ook de Yaris Cross geproduceerd. Het zal de Fransen pijn doen dat de meest gebouwde auto van 2022 de Toyota Yaris was, met 161.508 exemplaren. Waarom Franse automerken massaal het land verlaten (en iedereen bij Toyota wil werken)
Toch is er een sprankje hoop voor het Franse chauvinisme: voor het bouwen van elektrische auto’s is minder personeel nodig, en dus spelen de loonkosten een kleinere rol. Daarom heeft Renault vergevorderde plannen om het roer om te gooien en al zijn elektrische auto’s in de toekomst in Frankrijk te bouwen. Renault spreekt zelfs van een jaarproductie van meer dan 800.000 voertuigen. Misschien dat de Franse staat, die 15 procent van de aandelen bezit, ongevraagd heeft meegedacht met de directie over deze beslissing ...