1. Lancia Lambda
Vincenzo Lancia (1881-1937) begint al op 25-jarige leeftijd zijn eigen automerk. De Lambda die in 1922 op de markt komt, heeft als eerste auto een zelfdragende carrosserie. Dat scheelt veel gewicht en zorgt voor een sterk verbeterde torsiestijfheid. Ook pioniert de Lambda met een onafhankelijke voorwielophanging met veerpoten en schroefveren. De moderne aluminium (!) 2,1-liter V4-motor met een zeer kleine blokhoek heeft één bovenliggende nokkenas. Het vermogen van 50 pk is indrukwekkend voor die tijd. Een innovatie die veel navolging krijgt, is het oliefilter. Dit voorkomt inwendige vervuiling en verlengt de levensduur van de motor fors.
2. Lancia Aurelia Berlina
In 1951 brengt Lancia de hypermoderne Aurelia op de markt. Lancia heeft gekozen voor zo veel mogelijk lichte materialen, bovendien is de Aurelia de eerste auto die standaard met een V6 wordt geleverd. Daarnaast baart de Italiaan opzien met onafhankelijke achterwielophanging, een transaxle-constructie voor de aandrijving en een carrosserie zonder B-stijlen. De portieren en de motorkap zijn van aluminium, net als de cilinderkoppen van de achter de vooras geplaatste zescilinder. De auto is licht, maar minstens zo degelijk als een Mercedes. Vooral in de tweedeurs GT-versie is de Aurelia geliefd bij filmsterren, onder wie Gina Lollobrigida, Ava Gardner en Gary Cooper.
3. Lancia Delta Integrale
De eerste Lancia Delta wordt in 1979 gepresenteerd op de IAA in Frankfurt en blijft zo’n 15 jaar in productie. Maar eigenlijk is de Delta succesvoller in de autosport dan in de showrooms. Eind jaren 80 doorbreekt de Italiaan de overheersing van de Audi Quattro en de Peugeot 205 in de rallywereld en schrijft zes (!) wereldtitels op zijn naam. Daarmee is het een waardig opvolger van de Stratos. De Delta Integrale Evoluzione II is de laatste editie. Zijn tweeliter zestienklepper levert 215 pk en dankzij het relatief lage gewicht (ca. 1250 kg), zit-ie in 5,5 tellen op de 100 km/h. De topsnelheid bedraagt 220 km/h.
4. Lancia Kappa Coupé
Na de overname door Fiat in 1969, werden Lancia’s jarenlang geplaagd door een matige kwaliteit. De van 1995 tot 2000 geproduceerde Kappa liet zien dat het merk nog steeds degelijke auto’s kon bouwen. Hoewel de Kappa ook met viercilinder turbomotoren en V6 leverbaar was, is het merendeel verkocht met een heerlijk roffelende vijfcilinder. Helaas is het design van de Kappa sedan ongeveer even boeiend als zijn gemiddelde reparatiehistorie. Voor meer spanning moet je bij de SW - of nog beter - de Coupé zijn. Die laatste is zelfs een beetje omstreden vanwege de ietwat vreemde proporties. “Maar wel lekker”, zouden we eraan willen toevoegen.
5. Lancia Stratos
De Lancia Stratos (1973-1976) is ontworpen voor de rallysport. Zijn lengte en wielbasis zijn vergelijkbaar met die van een klein Fiatje, maar hij is net zo breed en hoog als een Ferrari 308. Zijn dwars geplaatste V6 is afkomstig uit de Ferrari Dino 246 GT en stuurt in de straatversie 190 pk naar de achterwielen. In wedstrijdtrim is dit 285 pk. De bestuurder en de bijrijder zitten in een stalen monocoque, waaraan voor en achter een dragend subframe is bevestigd. Het open te klappen neus-en staartstuk zijn van kunststof, net als de portieren. In 1974, 1975 en 1976 wint Lancia met de Stratos de constructeurstitel in het Wereldkampioenschap Rally.
6. Lancia Fulvia Coupé
De beeldschone Fulvia Coupé (1965-1976) lijkt vanbuiten in niets op zijn hoekige naamgenoot in sedanuitvoering. Het ontwerp hebben we te danken aan Pietro Castagnero. In alle versies heeft de Fulvia Coupé een V4-motor onder de kap, met een zeer krappe blokhoek - net als de Lambda. Daarbij kunnen de cilinders toch een gezamenlijke cilinderkop delen. Dat maakt de met twee bovenliggende nokkenassen uitgeruste motor lekker compact. De cilinderinhoud varieert van 1200 tot 1600 cm3. Met Sandro Munari achter het stuur, wint de lichtvoetige Fulvia Coupé in 1972 de Rally van Monte Carlo.
7. Lancia Thema 8.32
Net als de Stratos, heeft de Lancia Thema 8.32 een Ferrari-motor, maar dan een 32-kleps achtcilinder. Die maakt van de Thema (net als de Alfa Romeo 164, Fiat Croma en Saab 9000 een product van het Tipo 4-project) een serieuze sportsedan. Het introverte Giugiaro-ontwerp is opgewaardeerd met een dikkere grille, grotere wielen, aangepaste skirts en de eerste uitklapbare achterspoiler ter wereld. Om de grenzen van de voorwielaandrijving niet te zeer op de proef te stellen, smoort Lancia het vermogen van 240 naar 215 pk. Het koppel klimt juist: van 240 naar 285 Nm. Leuk weetje: Tipo 4-genoot Saab 9000 Aero peurt meer power (225 pk, 342 Nm) uit een viercilinder turbomotor...
8. Lancia Gamma Berlina
Lancia Flaminia-eigenaren schrikken zich in 1976 rot. Krijgt hun luxe berlina na zes jaar eindelijk een opvolger, blijkt het een futuristisch ogende fastback … Nog erger is de motor. Dat is geen V6, maar een viercilinder boxer - eentje van de onbetrouwbare soort, zo blijkt al snel. De nokkenasaandrijving en de nokkenassen zelf zijn zeer slijtagegevoelig en de smering is onvoldoende. Daarmee is de boxer als de Romeinse stad Pompeï, maar dan met twee vulkanen die op uitbarsten staan. Objectief gezien is de Gamma geen beste auto, toch oefent de grillige en zeldzame Italiaanse schone een onweerstaanbare aantrekkingskracht op ons uit.
9. Lancia Thesis
Vonden we de Kappa nog een tikkeltje saai, bij zijn opvolger is daar geen sprake van. Met de Lancia Thesis van de Amerikaanse (!) ontwerper Michael Vernon Robinson doet Lancia in 2002 een laatste poging om de Europese elite voor zich te winnen. De sedancarrosserie is een verwijzing naar het verleden, de trotse grille en de karakteristieke achterlichten wekken de indruk dat Lancia uit de as is herrezen. Helaas kennen de eerste bouwjaren veel technisch malheur, daarnaast blijkt de grote Lancia Thesis niet opgewassen tegen de Duitse concurrentie. Na ongeveer 16.000 gebouwde exemplaren stopt de productie in 2008.
10. Lancia Beta HPE
Van alle carrosserievarianten van de Lancia Beta vinden we de HPE (1975-1984) misschien wel de fraaiste. Toch is de elegante Italiaan niet puur gemaakt om mooi te wezen. Hij combineert zijn stijlvolle ontwerp met praktische eigenschappen. Het is immers geen coupé, maar een shooting brake met een grote derde deur en is ruim genoeg voor vier inzittenden en hun bagage. Zeker als-ie de 2,0-liter viercilinder met dubbele nokkenas in de ranke neus heeft, levert de Lancia Beta prima prestaties. Helaas is de kwaliteit van zowel de techniek als het plaatwerk om te huilen, zodat er nog maar weinig HPE’s zijn overgebleven.