Een klein jaar geleden betaalden we met 2,50 euro per liter benzine de absolute recordprijs. Ook de prijs van diesel rees de pan uit en was op een punt zelfs duurder dan benzine. De situatie liep dusdanig de spuigaten uit, dat het kabinet ingreep. Dit deed het door een korting te geven op de accijnzen. De korting was oorspronkelijk bedoeld tot 2023, later werd dit verlengd tot 30 juni 2023.
Prijs benzine op 1 juli weer boven de 2 euro
Vorige maand maakten de coalitiepartijen bekend dat ze definitief stoppen met de accijnskorting. Dit komt doordat het kabinet moet bezuinigen, waardoor de korting volgens hen niet meer te verantwoorden is. De eerste stap vindt plaats op 1 juli 2023. Op die dag wordt een liter benzine 13,8 cent duurder, waarmee de adviesprijs de 2 euro weer passeert. Diesel stijgt met 9,9 cent, LPG wordt 3,2 cent duurder.
Wanneer in de plannen niets verandert, wordt de accijnskorting in 2024 helemaal losgelaten. Een liter benzine wordt dan nog eens 8,7 cent duurder, diesel stijgt met 5,6 cent en de prijs van LPG neemt toe met 2,1 cent. In totaal is het prijsverschil tussen de benzine van nu en die van volgend jaar dus 22,5 cent per liter. Bij diesel scheelt het 15,5 cent, LPG wordt in totaal 5,3 cent duurder.
Olieprijs leidend
Hoe duur de benzine daadwerkelijk gaat worden is niet alleen afhankelijk van de accijnzen. De prijs van benzine is sterk afhankelijk van de olieprijs. Een vat Brentolie - dat wordt gezien als de benchmark voor aardolie - kost nu ongeveer 76 euro. Toen de benzineprijs zich in juni 2022 op een dramatisch hoogtepunt bevond, was ook een vat Brentolie duurder dan ooit. Destijds kostte een vat Brentolie maar liefst 123 euro.