De onbelaste kilometervergoeding is beperkt tot 23 cent, maar dat is volgens de VZR niet meer dan een leidraad. Werkgevers hebben de vrijheid om deze vergoeding naar eigen inzicht vast te stellen. En laten we eerlijk zijn, 23 cent dekt zelden álle autokosten. Daarom bepleit de Vereniging Zakelijke Rijders een realistischer tarief.
Variabele vs. vaste autokosten
Bij de kilometervergoeding wordt vaak alleen gekeken naar de variabele kosten. Maar als je een auto bezit, ben je natuurlijk niet alleen geld aan brandstof kwijt. Als eigenaar van de auto draag je ook het volledige risico van het gebruik van de auto. Daaronder rekent de VZR de kosten voor de verzekering, het onderhoud en de afschrijving. De vereniging vindt het daarom reëel dat ook hiervoor een bijdrage wordt opgenomen in de kilometervergoeding die de werkgever betaalt.
Beschikbaarheidsvergoeding
Maar daarmee zijn we er niet, volgens de belangenclub. Omdat de werkgever er voordeel van heeft dat een werknemer met veel afspraken buiten de deur over een auto beschikt, bepleit de VZR een beschikbaarheidsvergoeding. Deze toeslag bedraagt 50 procent van het vaste gedeelte van de kilometerkostprijs.
Voor het komende jaar adviseert de VZR werkgevers om op zijn minst het gewogen gemiddelde tussen variabele en vaste kosten te hanteren als kilometervergoeding. Als je daar de beschikbaarheidsvergoeding bij optelt, komt de vereniging in samenspraak met deskundigen voor drie verschillende prijsklassen (nieuwprijs) tot de volgende bedragen:
Tot 20.000 euro: 0,26 cent per kilometer
20.000 tot 40.000 euro: 35 cent per kilometer
Boven 40.000 euro: 49 cent per kilometer
De VZR roept werknemers op, om met deze berekening in de hand, goede afspraken met de werkgever te maken over de kilometervergoeding.