Plug-in hybrides kunnen je van je laatste restje koudwatervrees afhelpen. Je hebt wél de voordelen van elektrisch rijden, maar hoeft niet in paniek te raken als alle laadpalen door laadpaalklevers worden bezet of de snellader ondanks jouw haast niet snel laadt.
Bovenal zijn ze een goed alternatief voor de dieselmotor, die uit Europa aan het verdwijnen is. Laad je braaf op, dan kun je bijzonder zuinig rijden met een plug-in hybride. Al zijn de fabriekswaarden in de praktijk nauwelijks te realiseren.
Loopt Nederland een beetje warm voor de stekkerhybride? Ja, kunnen we volmondig zeggen. Waarbij je grofweg kunt stellen: hoe groter de auto, des te populairder de stekker. Bij de Renault Captur, een cross-over uit het B-segment, gaan de meeste kopers nog voor benzine (43,8 procent) of 'gewone' hybride (41,1 procent). Bij 13,7 procent van de Capturs wordt wel een stekker geleverd. Een plug-in hybride is in dit segment dan ook relatief duur. Een TCe 90 kost 26.600 euro, de E-Tech Plug-In Hybrid 160 alweer 35.290 euro.
In de compacte middenklasse wordt het relatieve prijsverschil kleiner. Bij de Peugeot 308 en 3008 en Opel Grandland schommelt het aandeel al tussen de 50 en 65 procent.
Land Rover Defender PHEV: bijna 65.000 euro goedkoper
In de hogere segmenten zie je de definitieve ommekeer: daar is een plug-in hybride relatief goedkoop. Neem de Land Rover Defender. De P400e plug-in hybride kost 84.325, terwijl je voor de goedkoopste benzineversie zónder stekker en met evenveel vermogen (rond de 400 pk) liefst 149.026 euro betaalt. Met dank aan de op papier gunstige CO2-uitstoot van de P400e. Geen wonder dat meer dan driekwart van de Defender-kopers voor de optie met stekker gaat. De Velar, Evoque en Discovery Sport worden zelfs vrijwel uitsluitend als plug-inhybride verkocht.
Best verkochte plug-in hybride in Nederland en België
Maar ook bij suv's in de middenklasse dendert de plug-in hybride door: 90 procent van de Nederlandse Ford Kuga-rijders - vorig jaar de populairste PHEV van Europa - kiest voor deze optie. De EcoBoost-versie zónder stekker verdwijnt zelfs uit de prijslijst.
De Ford Kuga mag in Europa dan onverslaanbaar zijn, in Nederland was nieuwkomer Lynk & Co 01 vorig jaar (en ook in het eerste halfjaar van 2022) de bestverkochte PHEV. België valt vooral voor de stekkercharmes van BMW; het merk levert liefst drie modellen in de top vijf, met de BMW X5 PHEV als bestseller.
Audi, Kia en Hyundai
Bij Audi zie je hetzelfde: hoe luxueuzer de auto, des te groter de hap is die de plug-in hybride uit de taart neemt. Bij de A3 Sportback komt hij tot 15 procent, bij de Q3 stijgt zijn aandeel al naar 40 procent. En zo gaat het door, van 75 procent voor de Q5 PHEV naar percentages rond de 95 procent bij de A8, Q7 en Q8.
Bij de Volvo XC40 ligt het percentage lager, maar die is ook leverbaar met een volledig elektrische aandrijving. PHEV en BEV (volledig elektrisch) zijn samen goed voor 93 procent van het totaal. Bij Hyundai geldt het adagium 'hoe duurder, hoe meer stekkers' weer. Een op de vijf Tucsons reed dit jaar met stekker de showroom uit, bij de grotere Santa Fe is het 61 procent.
En bij concerngenoot Kia? De Sportage PHEV is procentueel iets minder populair dan de Tucson, met 15 procent van het totaal. Bij de Niro, die bij ons vooral als volledig elektrische auto populair is, kiest 10 procent voor een plug-in hybride.