In 2023 incasseerde de Belastingdienst 19.987.000.000 euro aan autobelastingen. In letters: negentien miljard, negenhonderdzevenentachtig miljoen euro. Oftewel: bijna 20 miljard. En blijkbaar kunnen de Dagobertjes van het Rijk er geen genoeg van krijgen. Want de verwachting voor 2024 staat op 20.944.000.000 euro. Afgerond een kleine 21 miljard.
Bpm-inkomsten vallen tegen
Als wij hadden moeten gokken, hadden we verwacht dat de bpm op nieuwe auto’s voor de overheid de grootste inkomstenbron op autogebied was. Maar niets is minder waar. En dat is niet alleen de schuld van bpm-vrije elektrische auto’s, die tegenwoordig ruim 30 procent van de nieuwverkopen voor hun rekening nemen.
Nee, die bijna 1,3 miljard euro van de bpm staat in geen verhouding tot het geld dat dit jaar binnenstroomt bij de jongens en meisjes van de afdeling Motorrijtuigenbelasting, meestal ‘wegenbelasting’ genoemd: ruim 4,9 miljard!
Brandstofaccijnzen goed voor bijna 8 miljard
Maar zelfs met dat astronomische bedrag vormt de wegenbelasting niet de grootste geldstroom onder de autobelastingen. Nee, het is de dienst Accijnzen waar het geld tegen de plinten klotst. De accijnsinkomsten over alleen benzine hijgen de wegenbelasting al in de nek met ruim 4,5 miljard. Tellen we die over diesel en lpg erbij op, dan zit er eind dit jaar meer dan 7,8 miljard in de accijnzenpot. Daar kun je wel een leuke kerstborrel van organiseren, lijkt ons.
Andere verrassend hoge autobelastingen
Een post die we niet direct zagen aankomen, was die van de assurantiebelasting. Die levert jaarlijks nog meer op dan de bpm: ruim 1,27 miljard! Wat de overheid aan van rijkswege uitgedeelde verkeersboetes verwacht op te strijken, valt dan weer een beetje tegen: 817 miljoen. Dan doen de gemeenten het een stuk ‘beter’ met ruim 1,2 miljard aan parkeerheffingen.
Provincies pikken ook graantje autobelastingen mee
Andere lagere overheden die ook een graantje meepikken van onze autobelastingcenten, zijn de provincies. Want een deel van de wegenbelasting die jij afdraagt, bestaat uit ‘provinciale opcenten’. De totale raming daarvoor bedraagt bijna 1,9 miljard.
De meest dichtbevolkte provincie Zuid-Holland neemt het grootste deel voor haar rekening: ruim 388 miljoen. Opvallende tweede is Noord-Brabant met 289 miljoen aan opcenten. Op plek drie staat Noord-Holland, waarvan de autorijdende inwoners dit jaar ruim 269 miljoen gaan ophoesten. Flevolanders met een auto leveren de meest bescheiden bijdrage aan de opcentenkas van hun provincie: 40,4 miljoen euro.