We kennen Gordon Murray als de vader van de legendarische McLaren F1. Die was in de jaren negentig de snelste productieauto ter wereld en raakte zijn titel pas kwijt toen de Bugatti Veyron ten tonele verscheen. In 2020 kreeg de F1 een spirituele opvolger in de vorm van de Gordon Murray Automotive T.50. Murray is niet bescheiden over zijn creatie. Hij noemt de V12 in de T.50 de beste twaalfcilinder ooit gebouwd. Niet verwonderlijk dus dat het 3,9-liter blok van Cosworth ook terug te vinden is in de nieuwe T.33.
'De beste V12 ooit'
Omdat de nieuwe allround-supercar onder de T.50 wordt gepositioneerd, is het vermogen van ''s werelds beste V12' wel iets teruggeschroefd. De T.33 moet het doen met 50 pk minder dan zijn grote broer. Al is een vermogen van 615 pk nog steeds niet iets om over te klagen. De twaalfcilinder is extreem hoogtoerig. De begrenzer grijpt pas bij 11.100 tpm in. Iets daarvoor - bij 10.500 tpm - komt het maximale vermogen van de slechts 178 kg wegende krachtbron vrij.
Naadloos schakelen
Volgens GMA accelereert de T.33 naadloos naar hoogst illegale snelheden, met dank aan een automatische zesbak, die is ontwikkeld door de Britse transmissiespecialist Xtrac. De versnellingsbak heeft geen dubbele koppeling en weegt daardoor slechts 78 kilo. GMA beweert dat het de lichtste automaat ter wereld is. Volgens Xtrac zorgt het zogenaamde Instantaneous Gearchange System (IGS) ervoor dat de bak naadloos van verzet wisselt.
Niks geen overdreven spoilerwerk
In tegenstelling tot de T.50 heeft de T.33 geen ventilator aan de achterkant. Toch beschikt ook die laatste over een uitgekiend aerodynamicapakket. Door handig gebruik te maken van de luchtstromen aan de onder- en achterkant van de auto, ontstaat er een grondeffect waardoor de auto als het ware aan het wegdek blijft plakken. Overdreven spoilers, splitters en diffusers zijn hierdoor niet nodig. Enkel een subtiele, beweegbare spoiler op de bilpartij is voldoende om de T.33 van genoeg downforce te voorzien.
Hert interieur is puur functioneel
Net als het uiterlijk is ook de binnenzijde zo eenvoudig mogelijk gehouden. GMA hamert er op dat alles in de T.33 puur functioneel is. Zaken als touchscreens of stengels voor de richtingaanwijzer schitteren door afwezigheid. De knipperlichten zijn te bedienen met knoppen op het stuur. De T.50 en diens legendarische voorvader, de McLaren F1, beschikten over een centraal geplaatste stuurpositie, en twee passagiersstoelen iets verder achterin de koolstofvezel monocoque. Dat is bij de T.33 niet het geval. Net als in conventionele supercars zit je gewoon links (of rechts) in de cabine, en is er plek voor één gelukkige bijrijder.
1.65 miljoen
Slechts honderd exemplaren worden er gebouwd van de T.33. GMA vraagt omgerekend 1.65 miljoen euro (exclusief belastingen) voor zijn kersverse allrounder. Dat is een flinke smak geld. Misschien moet je die andere supercars in je garage dus maar verkopen. De T.33 maakt ze overbodig, toch?