Dat zegt Opel-CEO Florian Huetll tegen het Britse Autocar. De nieuwe elektrische auto komt in het modellengamma onder de Opel Corsa Electric. Daarmee wil Opel zich opnieuw melden in het A-segment, waar het eerder actief was met de Opel Adam en de Opel Karl. Volgens Huetll stelt Opel dit als doel omdat goedkope elektrische auto’s een ‘steeds groter wordende aantrekkingskracht’ krijgen op consumenten.
Drukker wordend segment
De nieuwe elektrische stadsauto van Opel moet de concurrentiestrijd aangaan in een steeds drukker wordend segment. De Citroën ë-C3 heeft de primeur, maar ook voorbeelden als de Volkswagen ID.2, de Renault 5, de Kia EV2, de Fiat Panda, de Skoda ‘Small’ en de Cupra Raval komen in de komende jaren op de markt.
Kleinere batterij is de sleutel
Volgens Huetll is een van de belangrijkste onderdelen een kleinere batterij waar desondanks net zoveel energie in kan worden opgeslagen als nu. Dit moet worden bereikt door een andere celconstructie. Hierdoor wordt de auto lichter en meer binnenruimte gecreëerd zonder kostbare actieradius op te offeren. Tevens brengt het de productiekosten omlaag en zorgt tijdens de productie voor minder broeikasgassen.
Welk platform Opel van Stellantis wil gebruiken, is nog niet duidelijk. De Duitsers hebben meerdere opties. Zo kan gekozen worden voor het aankomende STLA Small-platform, waar meerdere compacte Stellantis-modellen vanaf 2026 op staan. Dit platform is geschikt voor auto’s van het A- tot het C-segment en kan accupakketten tussen 37 kWh en 82 kWh kwijt.
Een andere mogelijkheid is het nieuwe Smart Car-platform van de Citroën ë-C3. Topbaas Thierry Koskas gaf bij de introductie aan dat het platform ook door de andere merken kan worden gebruikt. Renaud Tourte - de man die bij Stellantis het omvangrijke Smart Car-project leidt - heeft het zelfs concreet over 7 aanstaande modellen die het platform gaan gebruiken. De nieuwe Opel kan daar zonder meer een van zijn.
Nog goedkoper niet mogelijk
Verschillende merken hebben hun ambitie uitgesproken om naast de EV van 25.000 euro een nog goedkoper exemplaar te ontwikkelen. Denk bijvoorbeeld aan de Volkswagen ID.1. Citroën heeft al bevestigd dat er een goedkopere optie van de ë-C3 komt van om en nabij de 20.000 euro. Opel ziet dit niet als een mogelijkheid, aldus Huetll: “Het doel van € 20.000 is volgens mij onhaalbaar. De materiaalkosten zijn te hoog.”