Mistlicht voor regels
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: het mistlicht aan de voorzijde van een auto mag je alleen gebruiken als zaken als mist, sneeuwval of regen het zicht ernstig belemmeren. Dit valt op te maken uit het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). In Artikel 34 staat het volgende: “Bij mist, sneeuwval of regen, die het zicht ernstig belemmert, mogen bestuurders van een motorvoertuig en van een gehandicaptenvoertuig mistlicht aan de voorzijde voeren.” Vaak geldt de regel: als het zicht minder is dan 200 meter, dan voer je mistverlichting aan de voorzijde van de auto.
Mistlicht achter regels
In hetzelfde Artikel 34 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens staan ook de regels voor het mistlicht achter beschreven: “Bij mist of sneeuwval, die het zicht beperkt tot een afstand van minder dan 50 meter, mag mistachterlicht worden gevoerd.” Oftewel: is het zicht minder dan 50 meter bij mist of sneeuwval, dan mag het mistachterlicht worden ingeschakeld. Het is belangrijk om te vermelden dat het dimlicht bij het gebruik van mistlampen niet aan hoeft te staan.
Mistverlichting en APK
Voor de APK-keuring is de werking van mistlichten verplicht als ze aanwezig zijn op de auto. Dat wil zeggen, aan de voorkant. Aan de achterkant dient minimaal één werkende mistlamp te zitten als de auto op 1 januari 1998 of later gemaakt is. Het is belangrijk om te weten dat wanneer mistlampen aanstaan, de bijbehorende dashboardlampjes ook moeten werken. Het niet voldoen aan een van bovenstaande eisen kan een bekeuring opleveren. Controleer dus regelmatig of zowel de dashboardlampjes als de mistlampen aan de voor- en achterkant nog goed functioneren. Zo niet, vervang dan wat er niet werkt. Bij dubbele lampen wordt altijd geadviseerd beide lampen tegelijk te vervangen.
Mistlampen voeren niet verplicht
Het heeft al regelmatig voor fronsende wenkbrauwen gezorgd, maar mistlampen voeren is niet verplicht. Terwijl ze op nieuwere auto's wel standaard aanwezig zijn en indien nodig ook verplicht ontstoken moeten worden. Dat is best opvallend. Overdag mistverlichting voeren omdat het ‘stoer’ is, mag niet. Mistverlichting is puur bedoeld om de veiligheid tijdens slecht zicht te verbeteren.
Wat te doen bij mist of sneeuwval?
Is er sprake van ernstige zichtbelemmering door mist of sneeuwval, dan is het niet alleen verstandig om mistverlichting in te schakelen, maar ook om andere maatregels te treffen. Vaak zie je bij mist of sneeuwval nauwelijks wat er voor je afspeelt op de weg. Het is daarom verstandig om de afstand tot een voorligger te verdubbelen en om je snelheid te beperken, zo niet te halveren. Op die manier geef je jezelf meer tijd om te reageren op onverwachte situaties op de weg.
Automatische verlichting? Niet altijd handig!
Moderne auto’s hebben dagrijverlichting met een automatische lichtsensor. Wordt het donker buiten – of rijd je een tunnel in – dan schakelt het automatische lichtsysteem automatisch dimlicht in. Maar dit systeem werkt niet altijd even goed. Bij mist is er volgens de lichtsensor vaak nog sprake van voldoende licht buiten, waardoor dimlicht niet inschakelt. Blijf dus altijd scherp op je verlichting. De ‘automaat’-stand van de verlichting werkt niet perfect. Verstandig is om bij mist het dimlicht handmatig in te schakelen. Veiligheid gaat boven alles.
Enkele tips:
- Vertrouw niet op alleen dagrijverlichting en de automatische lichtsensor
- Schakel de mistverlichting zélf in bij slecht zicht
- Dimlichten hoeven niet aan als mistlichten branden, maar het is verstandiger om dimlichten gewoon aan te laten voor beter zicht op de weg
- Voer geen groot licht bij mist, dat zorgt voor verblinding
Tekens mistverlichting
Voor mistverlichting zijn universele icoontjes ontwikkeld. Zo heeft mistverlichting aan de voorkant een eigen logo en ook mistverlichting aan de achterzijde heeft een eigen ‘logo’. Welke dat zijn, brengen we hieronder in beeld. Het icoon van mistverlichting aan de voorkant bestaat uit een symbool van een lamp die naar beneden schijnt. Door de lamp loopt een verticale kronkellijn. Dit symbool is groen verlicht. Het icoontje voor mistverlichting aan de achterkant bestaat ook uit een lamp, maar dan een exemplaar die horizontaal schijnt. Wel loopt er een kronkellijn door het lichtbeeld heen. Het symbool voor mistverlichting aan de achterkant is vaak oranje of rood verlicht. Mistlampen moeten worden voorzien van een aparte schakelaar, zodat de bestuurder ze kan in- of uitschakelen wanneer dat nodig is. Dit kan handmatig gebeuren of automatisch, afhankelijk van de omstandigheden.
Hoe lang bestaat mistverlichting van een auto al?
Mistverlichting voor auto's bestaat al geruime tijd en is al tientallen jaren een standaardonderdeel van voertuigverlichtingssystemen. Het werd voor het eerst geïntroduceerd om de zichtbaarheid te verbeteren tijdens slechte weersomstandigheden, zoals mist, sneeuw en zware regen. De exacte datum van de introductie kan variëren afhankelijk van het land en de regelgeving, maar over het algemeen kunnen we zeggen dat mistverlichting al minstens sinds de jaren zestig en zeventig aanwezig is in auto's. Mistverlichting verschilt van gewone koplampen door hun lagere positie en specifieke bundelvorm die lager op de weg gericht is, wat helpt om de reflectie van het licht door mist en neerslag te verminderen, waardoor de bestuurder beter zicht heeft op de weg.
Design mistverlichting
Er bestaan geen regels voor het design van mistverlichting. Daarom zie je mistlichtunits ook in verschillende formaten en vormen. Het belangrijkst is dat mistlampen een breed en vlak straalpatroon hebben om de grond voor het voertuig te verlichten en de zichtbaarheid van obstakels te vergroten. Ook moet mistverlichting bestand zijn tegen de elementen, zoals regen, sneeuw en vocht, om betrouwbaar te blijven in slecht weer. Mistverlichting moet daarnaast juist afgesteld zijn om te voorkomen dat andere weggebruikers worden verblind. Ze mogen de bestuurder niet verblinden via de achteruitkijkspiegel of de voorruit.
Artikel 32: regels verlichting
We nemen in dit artikel ook Artikel 32 mee van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens. Waarom? Omdat in dit artikel de regels rondom autoverlichting aan bod komen. Het overnemen van deze wetteksten is wat slaapverwekkend. Daarom volgt een eenvoudige begrijpelijke vertaling: als je een motorvoertuig, bromfiets, snorfiets of een gehandicaptenvoertuig met een gesloten constructie bestuurt, moet je bij nacht en bij slecht zicht overdag het dimlicht inschakelen. Het achterlicht en de verlichting van de achterkentekenplaat moeten altijd branden als de andere verlichting ook brand.