Juiste remgedrag: wat zijn de do’s en don’ts?
Remmen is cruciaal bij bergafwaarts rijden, maar in de bergen moet je de remmen wel op een andere manier gebruiken dan je wellicht gewend bent. Hier zijn enkele tips voor veilig remmen in bergachtige gebieden:
Remmen op de motor
Remmen op de motor is een techniek waarbij je de natuurlijke weerstand van de motor gebruikt om de auto af te remmen, zonder dat je de remmen hoeft te gebruiken. Bij het afdalen kun je de auto in een lagere versnelling zetten, waardoor de motor de snelheid helpt verminderen. Dit verlaagt niet alleen de belasting op je remmen, maar zorgt er ook voor dat je auto stabieler blijft in bochten. In een handgeschakelde auto kun je dit eenvoudig doen door terug te schakelen naar een lagere versnelling. Rijd je een automaat? Dan kun je meestal een handmatige modus kiezen om de versnelling aan te passen, of een specifieke ‘bergmodus’ gebruiken als je auto die heeft. Elektrische auto’s remmen van zichzelf al veel op de motor, met het regeneratief remsysteem.
Remmen met beleid
Bij bergafwaarts rijden is het verleidelijk om constant op de rem te staan, maar dit kan leiden tot oververhitting. Wanneer de remmen te heet worden, verliezen ze hun effectiviteit en kunnen ze zelfs volledig falen. Ook kunnen hete remschijven vervormen en in dat geval heb je blijvende schade aan de remmen, ook wanneer ze weer zijn afgekoeld. Probeer dus zo veel mogelijk op de motor te remmen, zoals hierboven beschreven.
Gebruik de pulserende remtechniek
Wanneer remmen op de motor voor onvoldoende vertraging zorgt, moet je toch de reguliere remmen gebruiken. Doe dat dan met de pulserende remtechniek. Dit betekent dat je kortstondig wat harder remt en de rem vervolgens weer loslaat. Dat is beter dan langere tijd geleidelijk remmen. Door kortstondig wat harder te remmen, kan je de remmen tussen die remacties door volledig los laten, zodat ze kunnen afkoelen. Zo voorkom je oververhitting van de remmen en houd je toch de snelheid onder controle.
Handgeschakeld vs. automaat: waar op letten?
Het type versnellingsbak kan een groot verschil maken tijdens het rijden in de bergen. Hier is wat je moet weten over het rijden met een handgeschakelde auto en een auto met automaat.
Rijden in de bergen met een handgeschakelde auto
Met een handgeschakelde auto heb je meer controle over de versnellingen, wat handig is bij zowel het klimmen als het dalen. Bij het beklimmen van een helling kun je naar een lagere versnelling schakelen om meer kracht te genereren. De motor levert namelijk de meeste kracht bij hogere toerentallen. Ook bij het dalen biedt een handgeschakelde auto voordelen, omdat je kunt terugschakelen om de motorrem te gebruiken, wat zorgt voor extra controle en minder slijtage aan de remmen. Meer over afremmen op de motor lees je eerder in dit artikel.
Rijden in de bergen met een automaat
Moderne auto’s met een automatische transmissie hebben vaak een speciale bergmodus, of ze bieden de mogelijkheid om de versnellingen handmatig te selecteren. Bij het afdalen kun je de auto dan in een lagere versnelling zetten, zodat de motor helpt om de auto af te remmen. Het is belangrijk om te weten hoe je automaat werkt en welke mogelijkheden er zijn om de controle te behouden bij het stijgen en dalen. Wanneer je onvoldoende op de motor remt, kunnen de reguliere remmen namelijk oververhit en overbelast raken, waardoor ze minder goed of zelfs helemaal niet meer werken.
Algemene tips voor rijden in de bergen
Bergwegen zijn vaak smal, bochtig en kunnen onverwachte uitdagingen bieden. Hier zijn enkele algemene tips om veilig en comfortabel door de bergen te rijden.
Houd voldoende afstand en snelheid
Bergwegen zijn vaak onoverzichtelijk. Het is daarom belangrijk om voldoende afstand te houden tot het voertuig voor je, zodat je altijd genoeg tijd hebt om te reageren. Rij ook niet te hard; het is beter om een lagere snelheid aan te houden, vooral bij bochten en steile afdalingen. Niet alleen heb je bij afdalen een langere remweg dan bij klimmen, ook belast je de remmen en/of motor het minst bij een gematigde afdalingssnelheid.
Pas op voor overstekende dieren
In bergachtige gebieden komen vaak wilde dieren voor die plotseling de weg kunnen oversteken. Vooral tijdens de schemering en in het donker is het belangrijk om extra alert te zijn. Niet alleen zie je de dieren dan minder goed, maar doordat het verkeer op die tijdstippen rustiger is, is de kans ook nog eens groter dat de dieren op de weg lopen. Rij langzaam en wees voorbereid om te remmen als je dieren op of nabij de weg ziet.
Plan je route en controleer de weersomstandigheden
Weersomstandigheden in de bergen kunnen snel veranderen. Controleer het weer voordat je vertrekt en wees voorbereid op regen, mist of zelfs sneeuw, afhankelijk van het seizoen en de hoogte van de bergen die je gaat beklimmen. Neem indien mogelijk een kaart of GPS mee met offline kaarten, omdat je telefoon mogelijk geen bereik heeft in afgelegen gebieden.
Gebruik de juiste versnelling bij klimmen en dalen
Ongeacht of je een handgeschakelde auto of een automaat rijdt, is het belangrijk om de juiste versnelling te kiezen bij het rijden in de bergen. Bij het klimmen kun je het beste in een lagere versnelling rijden om te voorkomen dat de motor te veel belast wordt. Bij het dalen helpt een lagere versnelling om de snelheid onder controle te houden zonder overmatig gebruik van de remmen. Meer over schakelen bij het rijden in de bergen lees je aan het begin van dit artikel.
Neem pauzes en blijf alert
Rijden in de bergen kan vermoeiend zijn, vooral als je lange afstanden aflegt. Plan regelmatig pauzes om even te rusten en te genieten van het uitzicht. Hydrateer goed, dus drink voldoende want de lucht is vaak droger in de bergen en je raakt sneller vermoeid door het intensieve rijden.