Bandenspanning controleren
Door regelmatig de bandenspanning te controleren en deze op het juiste niveau te houden, kun je niet alleen de levensduur van je banden verlengen maar ook veilig en efficiënt rijden. Bandenspanning heeft namelijk een directe invloed op de prestaties, het brandstofverbruik en de veiligheid van je auto. Het is belangrijk om de bandenspanning regelmatig te controleren, idealiter minstens één keer per maand en voordat je lange ritten maakt. Hier zijn enkele belangrijke punten om op te letten:
Juiste bandenspanning: controleer de aanbevolen bandenspanning voor jouw auto. Deze informatie is meestal te vinden in het instructieboekje van je auto, op een sticker aan de binnenkant van de deur aan de bestuurderszijde, of soms onder de brandstofklep. Het is belangrijk om de juiste bandenspanning te handhaven voor een optimale prestatie en veiligheid.
Invloed op prestaties en veiligheid: een te lage bandenspanning kan leiden tot overmatige slijtage aan de zijkanten van de banden, verminderde grip op de weg, verhoogd brandstofverbruik en zelfs gevaarlijke situaties zoals een klapband. Aan de andere kant kan een te hoge bandenspanning resulteren in een ruwere rit, verminderde grip en ongelijkmatige slijtage van het loopvlak.
Controleer de bandenspanning bij koude banden: bandenspanning varieert met de temperatuur, dus controleer de spanning wanneer de banden koud zijn. Rijd niet eerst een lange afstand voordat je de bandenspanning controleert, omdat de warmte die wordt gegenereerd tijdens het rijden de druk in de banden kan verhogen, wat een onnauwkeurige meting kan geven.
Gebruik een goede bandenspanningsmeter: investeer in een betrouwbare bandenspanningsmeter om nauwkeurige metingen te verkrijgen. Veel tankstations hebben ook bandenspanningsmeters die je kunt gebruiken.
Inspecteer de banden op slijtage
Door je banden regelmatig te inspecteren op slijtage, kun je potentiële problemen vroegtijdig opsporen en aanpakken. Zo verhoog je niet alleen de veiligheid maar maximaliseer je ook de levensduur van je banden. Hier zijn enkele aspecten om op te letten:
Controleer regelmatig of het profiel diep genoeg is. Onvoldoende profiel kan de grip van zomer- en winterbanden op de weg flink verminderen, vooral bij nat weer, wat het risico op aquaplaning vergroot. In Nederland is een minimale profieldiepte van 1,6 mm wettelijk vereist, maar het wordt aanbevolen om de banden te vervangen voordat ze deze minimale drempel bereiken.
Let ook op onregelmatige slijtagepatronen zoals cupping (putten in het loopvlak), schouderslijtage (slijtage aan de randen van de band) of middenloopvlakslijtage (slijtage in het midden van het loopvlak). Deze kunnen wijzen op problemen met de ophanging, uitlijning of balancering, die moeten worden aangepakt.
Scheuren en bobbels: inspecteer de zijwanden van de banden op scheuren, bobbels, of andere tekenen van beschadiging. Dit kan duiden op interne schade of veroudering van de banden en dat betekent direct vervanging.
Leeftijd van de banden: zelfs als het loopvlak er goed uitziet, kunnen banden na verloop van tijd verslechteren als gevolg van veroudering. Vooral als ze langdurig worden blootgesteld aan zonlicht en extreme temperaturen. Vervang banden die ouder zijn dan zes jaar, zelfs als ze weinig of geen slijtage vertonen.
Balanceren en uitlijnen
Door regelmatig de balans van je banden en de uitlijning van de wielophanging te laten controleren en aan te laten passen indien nodig, kun je ervoor zorgen dat je banden gelijkmatig slijten. Dat komt de levensduur van de banden ten goede en verbetert de veiligheid en prestaties van je auto.
Balanceren: banden worden gebalanceerd om ervoor te zorgen dat het gewicht gelijkmatig verdeeld is over de band- en wielcombinatie. Onevenwichtigheden kunnen trillingen veroorzaken, vooral bij hogere snelheden, wat kan leiden tot ongelijkmatige slijtage van de banden en extra belasting van de ophanging. Het balanceren van de banden wordt meestal gedaan wanneer nieuwe banden worden gemonteerd en regelmatige controle daarna is aan te bevelen.
Uitlijning: uitlijning verwijst naar het afstellen van de stand van de wielen. Een juiste uitlijning zorgt voor gelijkmatige slijtage van de banden, verbetert de handling en stabiliteit van de auto en vermindert de belasting van de ophanging. Door het raken van stoepranden of rijden door diepe gaten in de weg kan de uitlijning van de wielen wijzigen. Daarom wordt aanbevolen om de uitlijning minstens één keer per jaar of wanneer je ongewone trillingen of een afwijking in het stuur opmerkt, te laten controleren
Roteer de banden
Door regelmatig de banden te roteren volgens het aanbevolen schema, kun je de levensduur van je banden maximaliseren en zorgen voor een gelijkmatige slijtage, wat resulteert in een betere grip. Bovendien hoef je zo minder vaak nieuwe banden te koop. Het scheelt je dus geld.
Het roteren van banden is het proces waarbij de posities van de banden op een voertuig worden gewisseld om gelijkmatige slijtage te bevorderen. Dit is belangrijk omdat voor- en achterbanden vaak verschillende slijtagepatronen hebben vanwege de verschillende belastingen en rijomstandigheden waaraan ze worden blootgesteld.
Zo pak je het roteren het beste aan: raadpleeg eerst het instructieboekje van de auto voor het aanbevolen roteerpatroon. Dit kan variëren afhankelijk van het type voertuig (voorwiel-, achterwiel- of vierwielaandrijving) en het type banden (richtinggebonden, niet-richtinggebonden). Over het algemeen worden de banden van plaats gewisseld, bijvoorbeeld van voor naar achter en vice versa, of van links naar rechts.
Het is verstandig om je banden ongeveer elke 8.000 tot 10.000 kilometer te roteren, hoewel dit kan variëren afhankelijk van het voertuig en de rijomstandigheden. Als je merkt dat de banden ongelijkmatig slijten, is het verstandig om ze eerder te laten roteren.
Pas je rijstijl aan
Door je rijstijl aan te passen en defensief te rijden, kun je niet alleen de levensduur van je banden verlengen maar ook de veiligheid en brandstofefficiëntie van je voertuig verbeteren.
Voorkom abrupt remmen en accelereren: snelle acceleraties en abrupt remmen kunnen leiden tot extra slijtage aan je banden. Probeer geleidelijk op te trekken en op tijd te remmen om onnodige spanning op de banden te voorkomen.
Vermijd hoge snelheid in scherpe bochten: te snel nemen van scherpe bochten kan de zijwanden van je banden belasten en kan leiden tot ongelijkmatige slijtage. Neem bochten op een rustiger tempo om de belasting van de banden te verminderen.
Houd je aan de snelheidslimieten: het rijden met hogere snelheden kan leiden tot meer warmteopbouw in de banden, wat de slijtage kan versnellen. Bovendien vergroot dat de kans op ongevallen. Houd je aan de snelheidslimieten voor een veiligere en meer bandvriendelijke rijstijl.
Verminder belasting: te zware belading van je auto verhoogt de druk op de banden, waardoor ze sneller slijten. Houd rekening met het maximale laadvermogen van je auto en vermijd overmatig beladen.
Wees bewust van de wegcondities: rijden op slechte wegoppervlakken, zoals wegen met veel kuilen, kan de banden beschadigen. Probeer indien mogelijk dergelijke weggedeelten te vermijden of rijd voorzichtig om schade aan je banden te voorkomen.
Controleer het loopvlak
Door regelmatig het loopvlak van je banden te controleren, kun je potentiële problemen vroegtijdig identificeren en aanpakken. Daarmee vergroot je niet alleen de veiligheid op de weg maar ook de levensduur van je banden. Het loopvlak van de banden is essentieel voor de grip op de weg, vooral onder natte omstandigheden. Hier zijn enkele belangrijke aspecten om op te letten:
Profieldiepte: controleer of het loopvlak diep genoeg is. De profieldiepte is cruciaal voor het afvoeren van water en het bieden van grip op de weg, vooral bij nat weer. We schreven het hierboven al: in ons land is een minimale profieldiepte van 1,6 mm wettelijk vereist, maar het wordt aanbevolen om banden te vervangen voordat ze deze minimale grens bereiken. Dieper profiel biedt betere grip en veiligheid.
Banden hebben slijtage-indicatoren in de groeven van het loopvlak. Dit zijn kleine verhogingen in de groeven die aangeven wanneer de profieldiepte tot een kritiek niveau is gedaald. Als de slijtage-indicatoren gelijk liggen met het oppervlak van het loopvlak, is het tijd om de banden te vervangen.
Let op voor ongelijkmatige slijtagepatronen, zoals schouderslijtage (slijtage aan de randen van de band) of middenloopvlakslijtage (slijtage in het midden van het loopvlak). Dit kan wijzen op problemen met de ophanging, uitlijning of balancering.
Controleer ook het loopvlak op spijkers, stenen of glasscherven die de band kunnen beschadigen of lekken kunnen veroorzaken. Verwijder eventuele ingebedde voorwerpen voorzichtig om verdere schade te voorkomen.