Lampjes in verschillende kleuren
"Oei! Er brandt een lampje op het dashboard van mijn auto!" Geen paniek, haal rustig adem. Het is belangrijk om kalm te blijven en rustig te bepalen of het lampje wijst op een ernstige storing of slechts een kleine afwijking in het autocomputersysteem. Gelukkig gebruiken automakers over het algemeen vergelijkbare kleuren om de ernst van een melding aan te geven.
Er zijn vijf hoofdkleuren in gebruik: rood, oranje, groen, wit en blauw. Een blauw lampje duidt vaak op grootlicht of een lage motortemperatuur. Vooral de kleuren rood en oranje zijn van belang bij storingen of technische problemen.
In zekere zin kun je de kleurcodering van de waarschuwingslampjes vergelijken met een verkeerslicht. Bij rood of knipperende lampjes moet je meestal onmiddellijk actie ondernemen: zet de auto aan de kant en schakel de motor uit. Het kan zijn dat je niet verder kunt rijden. Geel of oranje betekent dat je binnenkort de storing of het defect moet laten controleren, maar er dreigt geen onmiddellijk gevaar. Een groen lampje is goed nieuws. In dat geval functioneert het systeem zoals het hoort.
Check check dubbel check!
Wanneer je de auto start, gaan alle lampjes kort aan. Dit is normaal, aangezien de auto in de achtergrond controleert of alle systemen naar behoren werken. Als er een afwijking wordt gedetecteerd - dit kan gebeuren bij het opstarten of tijdens het rijden - kan de auto een melding geven. Bij oudere auto's gebeurt dit meestal door simpelweg een lampje te laten branden. Modernere auto's, met geavanceerde infotainmentsystemen en uitgebreide boordcomputers, bieden veel gedetailleerdere informatie over de melding. Hierdoor kun je vaak direct vaststellen wat er aan de hand is. Het is een positieve ontwikkeling dat auto's steeds slimmer worden, want hoe geavanceerder de boordcomputer, hoe meer details de auto kan verstrekken over een melding.
Verkeersveiligheid
Wanneer er een waarschuwingslampje brandt, hoef je niet altijd onmiddellijk te stoppen. Het is altijd van essentieel belang om de veiligheid op de weg te waarborgen. Stop dus niet op gevaarlijke plaatsen. Als je op de snelweg moet stoppen, schakel dan altijd de waarschuwingslichten in en wacht achter de vangrail op de pechhulpdienst. Dit scenario is echter alleen van toepassing als er daadwerkelijk iets ernstigs aan de hand is.
De belangrijke controlelampjes
In dit artikel gaan we in op de betekenis van diverse symbolen. Het is belangrijk op te merken dat de symbolen in de onderstaande afbeeldingen kunnen afwijken van de waarschuwingslampjes in jouw eigen auto. Automerken en -modellen kunnen van elkaar verschillen.
Het kan ook voorkomen dat sommige lampjes niet relevant zijn voor jouw auto. Niet alle auto's zijn bijvoorbeeld uitgerust met rijstrookassistentie of een botspreventiesysteem. Raadpleeg altijd het instructieboekje van je auto. In moderne auto's met uitgebreide infotainmentsystemen kun je deze informatie meestal ook via het aanraakscherm in de auto bekijken, maar vaak alleen wanneer de auto veilig stilstaat.
Storing in het remsysteem
- Er is iets mis met de remmen. Het waarschuwingslampje brandt – soms in combinatie met een waarschuwingstoon – als de handrem is aangetrokken. Controleer of de handrem nog aangetrokken is.
- Blijft het lampje branden, dan kan het een indicatie zijn dat het remvloeistofniveau te laag is. Stop de auto, zet de motor af en laat de aandrijflijn afkoelen. Controleer het remvloeistofpeil en vul indien nodig bij. Is het remvloeistofpeil correct? Dan kan dit symbool ook duiden op versleten remmen.
- Bel indien nodig met de wegenwacht of een autogarage.
Accu storing
- Er is een storing of defect in het laadstroomcircuit. Dit kan aan de accu, dynamo of de regelaar liggen. Bezoek een autogarage om de auto te laten onderzoeken.
- Als dit lampje onderweg gaat branden, raden wij aan om de auto aan de kant te zetten en de wegenwacht te bellen.
Motoroliedruk
- Dit symbool duidt erop dat de oliedruk te laag is. Zet de auto stil op een veilige plaats en zet de motor af en wacht tot deze is afgekoeld. Controleer het oliepeil. Bij de meeste auto’s licht dit waarschuwingslicht voortijdig op en is rijden naar de dichtstbijzijnde tank of autogarage nog mogelijk.
- Blijft dit waarschuwingslampje branden, ook na het controleren van het oliepeil, neem dan contact op met een gekwalificeerde autogarage of bel met de wegenwacht.
- Bij te weinig olie in de motor, loopt de motor vast. Dat kan kostbare motorschade veroorzaken.
Probleem met koelvloeistof
- De motor van je auto wordt niet voldoende gekoeld. Zet de motor uit en laat deze afkoelen. Koelvloeistof zet namelijk uit bij hitte. Als je met een kokende motor het reservoir van de koelvloeistof opent, kan de kokend hete koelvloeistof onder druk naar buiten spuiten. Goed laten afkoelen dus, daarna is het mogelijk om het koelvloeistofniveau te controleren.
- Controleer het instructieboekje van de auto welke koelvloeistof geschikt is voor de auto.
- Zoek een autogarage op als het waarschuwingslampje blijft branden.
Airbag
- De sensoren of de regelapparaten melden een storing. Ook de airbags kunnen defect zijn. Bezoek zo snel mogelijk een autogarage om de veiligheid van alle inzittenden te waarborgen. Veiligheid voor alles!
- Het waarschuwingslampje brandt ook wanneer de zijairbags een storing geven.
- Heb je de airbagfunctie uitgeschakeld voor een kinderzitje, dan is het normaal dat dit waarschuwingslampje brandt.
Motormanagement
- Er is een storing in de emissieregeling of een motorstoring. Bezoek zo snel mogelijk een autogarage. Verminder de snelheid en rijd voorzichtig. Het vermogen van de auto kan afnemen bij deze storing. De motor gaat dan in een noodloop.
ESC/ASR waarschuwingslampje
- Als het lampje knippert, dan is het ESC/ASR-systeem (elektronische stabiliseringscontrole/antislipregeling) actief. Rijd in dit geval voorzichtig verder: rem niet hard en maak geen directe stuurbewegingen.
- Wanneer het lampje permanent brandt, dan ondervindt het ESC/ASR-systeem een storing. Rijd voorzichtig naar een autogarage. Wees extra alert bij glad weer.
Bandenspanning
- De bandenspanning van één of meerdere banden is te laag. Rijd voorzichtig naar een veilige plaats om de auto stil te zetten. Vermijd hard remmen en abrupte stuurbewegingen. Controleer de bandenspanning en pomp de banden op tot de gewenste spanning.
- Zijn de banden op spanning en blijft het lampje branden? Bezoek een autogarage om de oorzaak te achterhalen. Een mogelijkheid is dat een van de sensoren van de bandenspanningscontrole defect is.
ABS
- Het antiblokkeersysteem meldt een storing of is defect. Dit kan gepaard gaan met het ESC/ASR-systeem. Het remgedrag van de auto kan anders aanvoelen. Rem daarom voorzichtig en matig je snelheid. Wees extra voorzichtigheid bij glad weer. Bezoek direct een autogarage om de oorzaak vast te leggen.
Stuurbekrachtiging
- Er is een storing met betrekking tot de stuurbekrachtiging. Het sturen kan hierdoor zwaarder zijn. Bezoek een autogarage om de storing te verhelpen.
Laat je auto regelmatig controleren bij een autogarage om pech en schade te voorkomen. Overigens worden de waarschuwingslampjes bij de APK standaard op hun werking gecontroleerd. Het is belangrijk dat ze goed werken.
Bovenstaande waarschuwingslampjes kunnen branden als er een storing aanwezig is in een van de systemen. Moderne auto’s beschikken ook over steeds meer rijhulpsystemen. Elk systeem heeft dan zijn eigen logo. Het verschilt per merk en model hoe die logo’s eruitzien, maar in grote lijnen lijken ze sterk op elkaar. Een aantal voorbeelden van die nieuwe systemen zijn adaptieve cruise control, een botspreventiesysteem, een grootlichtassistent, adaptieve koplampen, een rijstrookasisstent of een parkeerassistent.
Wie verzint alle waarschuwingssymbolen?
Het ontwerp van waarschuwingssymbolen wordt in samenwerking met alle automakers bepaald. Net zoals er internationale standaarden gelden voor verkeersborden, gelden er ook standaarden voor waarschuwingssymbolen in auto's. Door deze symbolen te standaardiseren ontstaat er een uniforme visuele taal die voor iedereen begrijpelijk is. Natuurlijk kunnen fabrikanten hun eigen ontwerpdetails toevoegen, maar de basis van een symbool lijkt over het algemeen op die van andere fabrikanten. Dit is handig, want anders zou er voor elke auto een aparte studie nodig zijn om de betekenis van de symbolen te begrijpen.