Wat doet het antiblokkeersysteem (ABS)?
ABS, wat staat voor ‘antiblokkeersysteem’, is een veiligheidssysteem dat ervoor zorgt dat de wielen van een voertuig niet blokkeren tijdens hard remmen. Wanneer de wielen wel blokkeren, dan kan de auto in een slip raken en/of wordt het onbestuurbaar. Daarmee draagt ABS dus in grote mate bij aan de veiligheid. Dankzij ABS blijft de auto stabiel en bestuurbaar en wordt de remweg in de meeste gevallen verkort.
ABS biedt vooral een groot voordeel op gladde of natte wegen, ofwel omstandigheden met minder grip en dus een grotere kans op blokkerende wielen. Toch kunnen wielen ook blokkeren bij een noodstop op droog asfalt. Dus ook onder goede weersomstandigheden levert ABS een positieve bijdrage aan de veiligheid. In al deze omstandigheden zorgt ABS niet alleen voor behoud van grip en stabiliteit, maar ook voor een kortere remweg vergeleken met een noodstop met geblokkeerde wielen.
ABS is het meest bekend van auto’s, maar ook andere soorten voertuigen hebben een ABS systeem. Bijvoorbeeld ook vrachtwagens, bussen, motorfietsen en aanhangwagens. En zelfs wat luxere types fietsen kunnen een ABS systeem hebben. Dan gaat het wel vaak om een wat vereenvoudigde versie, die vaak ook alleen werkt op het voorwiel. Bij gemotoriseerde voertuigen werkt het ABS systeem op alle wielen.
De elementen van een ABS systeem
Het ABS systeem bestaat grofweg uit sensoren, kleppen, een pomp en een elektronische aansturingseenheid (ECU). Deze elementen werken samen voor het beheersen van het remproces en het voorkomen van blokkerende wielen. We zetten de belangrijkste componenten en hun functies op een rij:
Wielsensoren
Ieder wiel van een voertuig met ABS is voorzien van sensoren, die de draaisnelheid van de wielen meten. Deze informatie wordt doorgestuurd naar de aansturingseenheid (ECU).
Elektronische regeleenheid (ECU)
De ECU analyseert de gegevens van de wielsensoren en vergelijkt deze met bijvoorbeeld de rijsnelheid van het voertuig. Rijdt het voertuig sneller dan dat de wielen draaien, dan zijn deze wielen dus aan het blokkeren of dreigt dit te gebeuren en dan moet het ABS in werking treden.
Kleppen
De kleppen van het ABS regelen de druk op de remmen, voor elk wiel afzonderlijk. De kleppen kunnen openen, sluiten of de druk moduleren om te voorkomen dat de wielen blokkeren. Dankzij precies de juiste remdruk zullen de wielen niet blokkeren, maar bieden ze wel de maximale grip en remkracht die op dat moment mogelijk is. De remdruk wordt hiervoor vaak op- en afgebouwd. Dat is waarom je het wiel bij een noodstop met in werking tredend ABS wel eens schokkerig ziet afremmen. Het systeem zoekt continu de limiet van de grip op, om zo maximaal te kunnen afremmen.
Pomp
De ABS-pomp zorgt er in samenwerking met de kleppen voor dat de remdruk kan op- en afbouwen.
Zo werkt ABS
Een ABS systeem werkt grofweg in drie stappen: druk opbouwen, druk verminderen en druk handhaven. Wanneer je het rempedaal indrukt, bouwt het remsysteem druk op in de remleidingen om de wielen te vertragen. Als een wielsensor detecteert dat een wiel dreigt te blokkeren, vermindert de ECU de remkracht op dat wiel door de kleppen te openen. Zodra het wiel weer begint te draaien, bouwt de ABS pomp de druk weer op. Deze cyclus wordt meerdere keren per seconde herhaald om ervoor te zorgen dat de wielen niet blokkeren, maar de maximale remkracht zo veel mogelijk wordt behouden. In andere woorden zorgt het systeem ervoor dat het voertuig zo hard mogelijk remt, waarbij de limiet van gripverlies wordt opgezocht.
Onderhoud aan het ABS
In principe heeft het ABS geen onderhoud nodig. Wel zal je garage het systeem controleren als je auto daar is voor een onderhoudsbeurt. De monteur zal dan controleren of alle elementen van het ABS nog goed werken. Ook controleert de garage het reguliere remsysteem, inclusief het niveau van de remvloeistof. Er zijn wel een aantal zaken die je zelf kunt doen aan het onderhoud van het ABS. Zo kun je het niveau van de remvloeistof controleren en indien nodig bijvullen. Dat kan onder de motorkap, vaak ergens bij het schutbord onderaan de voorruit, maar de exacte locatie wordt beschreven in het onderhoudsboekje van jouw auto. Als je de remvloeistof zelf bijvult, zorg er dan voor dat je het juiste middel en de juiste hoeveelheid neemt. Opnieuw: volg de instructies in het onderhoudsboekje van je auto. Ook kun je de sensoren van het ABS schoon houden. Onder normale omstandigheden worden deze sensoren niet zodanig vuil dat de werking verminderd, maar bijvoorbeeld bij rijden door modder kan dit wel voorkomen.
Veel voorkomende ABS problemen
Het ABS is relatief eenvoudig en daardoor vaak betrouwbaar. Toch kunnen er na verloop van tijd problemen optreden. We zetten enkele veel voorkomende ABS problemen op een rij.
Waarschuwingslampje
Als er iets mis is met het ABS, dan gaat op het dashboard een oranje ABS-lampje branden. Maar het lampje is op zichzelf slechts een waarschuwing en niet het daadwerkelijke probleem. Breng je voertuig daarom naar de garage, waar een ervaren monteur zal onderzoeken waardoor het waarschuwingslampje is gaan branden.
Vuile of versleten sensoren
Vaak wordt een brandend ABS-lampje veroorzaakt doordat de wielsensoren niet goed meer werken. Ze zijn bijvoorbeeld versleten, beschadigd of gewoon erg vies. Ook kan de getande ring die langs de sensoren draait door roest zijn aangetast. Daardoor kunnen de sensoren de draaisnelheid van het wiel niet goed meer meten en ontstaan verkeerde waardes. Het ABS kan zijn werk niet meer goed doen en dus is het systeem door de ECU uitgeschakeld. De remmen blijven wel gewoon werken, alleen worden blokkerende wielen bij hard remmen niet meer voorkomen. Afhankelijk van de oorzaak is het vervangen of grondig reinigen van de sensoren of getande ring de oplossing.
Elektronische storing
Het kan ook zijn dat de aansturingseenheid (ECU) of de bedrading een storing veroorzaakt, waardoor het ABS niet goed meer werkt. Deze problemen kunnen meer complex zijn, omdat de oorzaak niet altijd direct duidelijk is. Laat een professionele monteur hiernaar kijken.
Nieuwe ontwikkelingen
De eerste vormen van een ABS ontstonden in de jaren ’60, maar vanaf eind jaren ’70 is ABS te vinden in reguliere auto’s. In het begin ging het wel om auto’s in de hogere prijssegmenten. Pas in de jaren ’90 werd ABS ook gangbaar voor auto’s voor ‘de gewone man’. Sinds 2004 is het hebben van ABS verplicht voor alle nieuwe auto’s in de EU, maar voor andere categorieën voertuigen werd deze verplichting pas later ingevoerd. Zo is ABS pas sinds 2016 verplicht voor motorfietsen en lichte bedrijfswagens.
Hoewel het ABS relatief eenvoudig is en er daardoor weinig ruimte is voor grote verdere innovaties, zijn er wel degelijk ontwikkelingen op gebied van antiblokkeersystemen. Het heeft er vooral mee te maken dat ABS nog beter gaat samenwerken met andere systemen in de auto, zoals geëlektrificeerde aandrijving (waarbij het voertuig sterk kan afremmen op de elektromotor) of geautomatiseerde rijassistenten.