Blijf kalm, veiligheid staat voorop
Het belangrijkste bij autopech is om kalm te blijven. Zodra je merkt dat er iets mis is met je auto, is het essentieel om direct te denken aan je eigen veiligheid en die van je passagiers. Probeer je auto, indien mogelijk, op een veilige plek tot stilstand te brengen. Dit kan bijvoorbeeld een parkeerplaats zijn of de vluchtstrook.
Zet je alarmlichten aan om andere weggebruikers te waarschuwen dat er iets mis is met je voertuig. Als je op een drukke weg staat, is het verstandig om – alleen als dat kan - uit de auto te stappen en op een veilige plek te wachten. Vergeet niet om een veiligheidshesje aan te trekken voordat je de auto verlaat. In sommige landen is dit zelfs verplicht.
Gebruik de gevarendriehoek
Als je stilstaat op een onveilige plek, zoals de vluchtstrook of in de berm, is het noodzakelijk om een gevarendriehoek te plaatsen. Dit is een driehoekig waarschuwingsbord dat andere weggebruikers attent maakt op het feit dat je voertuig stil staat. In Nederland moet je de gevarendriehoek ongeveer 30 meter achter je auto plaatsen. In het buitenland kunnen de regels variëren. Zo moet je in Duitsland bijvoorbeeld de driehoek op minimaal 100 meter afstand van je voertuig plaatsen als je op de snelweg stilstaat.
Pechhulp inschakelen
Als je auto niet meer verder kan rijden, is het inschakelen van pechhulp de volgende stap. Veel automobilisten hebben een pechhulpverzekering of zijn lid van een organisatie zoals de ANWB. Zorg ervoor dat je de juiste contactgegevens bij de hand hebt en geef nauwkeurig door waar je je bevindt. Gebruik indien mogelijk GPS-coördinaten om je locatie door te geven. Dit kan de hulpverleners helpen om je snel te vinden.
Als je pechhulpverzekering hebt of kunt terugvallen op een pechhulpdienst, kun je nog steeds een beroep doen op lokale hulpdiensten. Houd er rekening mee dat dit in het buitenland soms gepaard kan gaan met een taalbarrière. Het is daarom handig om enkele basiszinnen in de lokale taal te kennen of gebruik te maken van een vertaal-app.
Pech in het buitenland, wat te doen?
Autopech in het buitenland kan extra stressvol zijn, vooral als je niet bekend bent met de lokale regels en gewoonten. In veel Europese landen zijn bepaalde items verplicht om bij je te hebben in de auto. Hier zijn enkele van de meest voorkomende verplichte items:
- Veiligheidshesje: in veel Europese landen, zoals Frankrijk en Spanje, is het verplicht om een veiligheidshesje in de auto te hebben en deze te dragen bij pech op de weg.
- Gevarendriehoek: net als in Nederland is het in de meeste Europese landen verplicht om een gevarendriehoek te gebruiken.
- Brandblusser: in sommige landen, zoals België en Griekenland, moet je een brandblusser in de auto hebben.
- EHBO-kit: in landen als Duitsland en Oostenrijk is een EHBO-kit verplicht in de auto.
- Reserveband of reparatieset: In veel landen is het verplicht om een reservewiel of een bandreparatieset bij je te hebben.
- Reisdocumenten: zorg ervoor dat je altijd je rijbewijs, kentekenbewijs en een geldige verzekeringspolis bij je hebt. In sommige landen kan ook een internationaal rijbewijs nodig zijn.
Het is verstandig om je vooraf goed te informeren over de specifieke eisen in het land waar je naartoe reist. Dit voorkomt verrassingen en mogelijke boetes.
Basiscontrole voor vertrek
Voordat je op reis gaat, is het belangrijk om je auto goed te controleren. Dit geldt zowel voor korte als lange ritten. Door regelmatig onderhoud te plegen en een basiscontrole uit te voeren, verklein je de kans op autopech aanzienlijk.
- Banden: controleer de bandenspanning en zorg ervoor dat de banden voldoende profiel hebben. Vergeet niet om ook het reservewiel te controleren.
- Oliepeil: check het oliepeil en vul indien nodig bij. Een te laag oliepeil kan leiden tot ernstige motorschade.
- Koelvloeistof: zorg ervoor dat er voldoende koelvloeistof aanwezig is om oververhitting van de motor te voorkomen.
- Ruitenwisservloeistof: vul de ruitenwisservloeistof bij, zodat je altijd goed zicht hebt tijdens regen of bij vuil op de weg.
- Verlichting: Controleer of alle lichten, inclusief de remlichten en richtingaanwijzers, goed werken.
Opvallen doe je zo
Als je onderweg pech krijgt, is het belangrijk om goed op te vallen. Zorg ervoor dat je altijd een veiligheidshesje bij de hand hebt en gebruik deze zodra je uit de auto stapt. Daarnaast is het verstandig om in de auto een noodpakket te hebben met daarin onder andere een zaklamp, een deken en wat water en snacks. Dit kan van pas komen als je langer moet wachten op hulp.
Wat te doen bij autopech zonder pechhulp?
Als je geen toegang hebt tot pechhulp, kun je proberen zelf het probleem te verhelpen. Dit is natuurlijk afhankelijk van je technische kennis en de ernst van de situatie. Hier zijn enkele stappen die je kunt ondernemen:
- Controleer de accu: als je auto niet wil starten, kan het zijn dat de accu leeg is. Als je startkabels bij je hebt en er is een andere automobilist in de buurt, kun je proberen de auto te starten met hulp van de andere auto.
- Controleer de banden: bij een lekke band kun je deze zelf vervangen als je een reserveband en een krik bij je hebt. Zorg ervoor dat je weet hoe je een band moet verwisselen voordat je aan de reis begint.
- Motorproblemen: als je motor oververhit raakt, zet de auto dan uit en wacht tot de motor is afgekoeld. Controleer daarna het koelvloeistofniveau en vul bij indien nodig.
- Brandstof: als je zonder brandstof komt te staan, kun je proberen een tankstation te bereiken. Soms is er langs de weg een noodnummer dat je kunt bellen voor brandstoflevering.
Autopech voorkomen: tips voor onderhoud
Voorkomen is beter dan genezen. Door je auto goed te onderhouden, verklein je de kans op autopech. Plan regelmatig een onderhoudsbeurt bij de garage en zorg ervoor dat je auto altijd in goede staat is. Let op de volgende onderhoudspunten:
- Regelmatige controles: laat je auto minstens één keer per jaar volledig nakijken door een professionele monteur. Dit kan helpen om potentiële problemen vroegtijdig op te sporen.
- Ververs vloeistoffen: zorg ervoor dat de olie, koelvloeistof, remvloeistof en ruitenwisservloeistof regelmatig worden ververst en bijgevuld.
- Accu-onderhoud: controleer de conditie van de accu en laat deze indien nodig vervangen. Een oude of versleten accu kan leiden tot startproblemen.
- Banden: controleer regelmatig de bandenspanning en het profiel van de banden. Onvoldoende profiel of een te lage bandenspanning kan leiden tot een klapband of een slechte wegligging.