In Nederland wordt onder een woonwagen een woning op wielen verstaan. Meestal worden ze door woonwagenbewoners gebruikt. In navolging van Duitsland wordt er onder een woonwagen echter ook wel een (sta) caravan bedoeld. De Nederlandse Woningwet hanteert een ruimere definitie. Volgens deze wet is een woonwagen een gebouw, bestemd voor bewoning, dat op een standplaats is geplaatst en in zijn geheel of per deel te verplaatsen is. Onder een standplaats wordt een kavel verstaan, bestemd voor het plaatsen van de verplaatsbare woning, waarop openbare nutsvoorzieningen aanwezig zijn.
De woonwagen heeft een bijzondere geschiedenis. Vroeger waren woonwagenbewoners namelijk veel onderweg. De woonwagens werden voortgetrokken door paarden en waren versierd met prachtig houtsnijwerk. Dit houtsnijwerk diende niet alleen ter versiering en om de rijkdom van de bezitter te tonen, maar ook om gewicht uit te sparen. Dit type woonwagen wordt heden ten dage nog maar zelden aangetroffen. Ten gevolge van de Woonwagenwet mag er vanaf de jaren zestig namelijk niet meer worden rondgereisd. De woonwagenbewoners zagen zich gedwongen om in woonwagenkampen te gaan wonen. Hierdoor zijn woonwagens steeds groter geworden en op den duur niet meer geschikt om mee te reizen. Sommige oude woonwagens zijn later verkocht aan hobbyisten, die ze hebben gerestaureerd. De woonwagens die tegenwoordig door kermis- en circusartiesten worden gebruikt, zien er heel anders uit dan de oude woonwagens: ze zijn van alle luxe voorzien en worden door een bus of vrachtwagen voortgetrokken.
Het type woonwagen dat vandaag de dag wordt aangetroffen op woonwagencentra is vaak niet meer als zodanig te herkennen. Meestal zijn het luxueuze bungalows, die slechts voor de vorm over wielen beschikken. Er valt niet echt mee te reizen, maar door er wielen onder te monteren, wordt voldaan aan de wettelijke bepalingen. Woonwagens worden overigens niet alleen gebruikt voor permanente bewoning, maar ook voor recreatie, als tweede woning of als werkplaats.