Deze keer met Joan Janssens, Algemeen Directeur bij de Iva Driebergen Business School.
Joan, kun je wat meer vertellen over wie je bent en wat je doet?
Wat wel leuk om te vertellen is, is dat ik een boerenzoon uit Drenthe ben. Misschien niet iets dat je verwacht van een bestuurder in het onderwijs? Het ondernemerschap en hard werken is me daarom niet vreemd. Ik wilde alleen niet het boerenbedrijf in, en liever studeren. Eerst de KMA, daarna Bestuurskunde. Vandaaruit ben ik de consultancy ingegaan. Na een tijdje maakte ik de overstap naar het onderzoek, omdat ik wat meer zelf de regie wilde hebben.
Vervolgens ben ik gaan werken voor de provincie Groningen, waar ik onder meer verantwoordelijk was voor Economisch Zaken, Landbouw en Arbeidsmarkt & onderwijs. Daarna maakte daarna een overstap naar Directeur van Sportstudies op de Hanzehogeschool in Groningen waar ik ook verantwoordelijk was voor het Centre of Expertise Healthy Ageing. In de jaren daarna heb ik diverse bestuursfuncties in sportorganisaties en scholen bekleed. En sinds ruim drie jaar dus Algemeen Directeur van de Iva Driebergen . Ik hou van het ontwikkelen en veranderen van organisaties, en de actief de verbinding opzoeken als bestuurder.
Wat een bijzonder pad! De IVA is in onze branche echt een instituut, hoe is dat eigenlijk zo gekomen?
Dat is het zeker, een instituut met een rijke historie! De IVA bestaat al sinds 1930. De oprichter, Geerlig Riemer, had een stalhouderij, en reisde veel. Van dichtbij zag hij de transitie van koets/paard naar auto. Daardoor had hij snel door dat met de opkomst van de auto-industrie er ook goed onderlegde managers nodig waren. Hij startte toen met 8 studenten op een zolder.
En, hoe bevalt het jou?
Toen ik startte in mijn rol, was het midden in de corona-tijd. Een lege campus waar het normaal bruist is vervreemdend. Het was ook aanpassen voor de school, juist omdat persoonlijk contact een van de sterke punten is. Inmiddels zijn we met veel veranderingen aan de slag gegaan. De school was een tijdje wat meer in zichzelf gekeerd, maar nu is de blik weer echt naar buiten. We zoeken de samenwerking op met bedrijven en organisaties buiten de IVA. Dat gaat goed, want de IVA is van zichzelf ook heel ondernemend en de mensen kunnen ook makkelijk schakelen.
Lukt het dan ook om niet alleen naar buiten te kijken, maar ook naar de toekomst?
Jazeker! Kijk, de IVA leidt mensen op voor een baan over een paar jaar. Dus vooruitkijken in wat we studenten leren is heel belangrijk. Het ondernemerschap is de basis: kansen zien en grijpen. De studenten leren hoe ze internationale en lokale trends kunnen vertalen naar kansen. Zo geven we 12 leermodules met daarin de belangrijke trends op het gebied van innovatie. Denk aan waterstof, autonoom rijden of kunstmatige intelligentie. Ook mobiliteitstransitie is een belangrijk thema in ons onderwijs, waarbij mobility-as-a-service aan bod komt, en nieuwe modellen op het gebied van eigendom en verdienmodellen.
Het is belangrijk dat studenten niet alleen onderwijs krijgen in het onderwerp, maar ook hoe je een business ermee kan opzetten. Daarom leren ze allemaal een businessplan te maken. Heel trots ben ik ook op de start-up garages. Daar werken studenten onder begeleiding aan het uitwerken van dat businessplan en het opzetten van een eigen bedrijf. De IVA zien we in 2023 als hét centrum voor waar ondernemerschap en mobiliteit, waar onderwijs en de beroepspraktijk samenkomen. Een soort Papendal, zeg ik vaak. Daar komt mijn achtergrond in de sportwereld in terug.
Wat zie jij als de belangrijkste veranderingen voor nu en de toekomst?
Allereerst zal de mobiliteitstransitie zich nog veel verder voltrekken. Er zijn zoveel innovaties, nu al, die hier een bijdrage aan gaan leveren: drones, deelscooters, auto-abonnementen, autonoom rijden. En goede mobiliteitsdata, want dat gaat helpen om de individuele vervoersbehoefte goed in kaart te brengen. Ik denk wel dat mensen auto’s zullen blijven kopen, zeker ook in een bepaalde levensfase, maar in de stad is dit niet meer zo nodig. Tel daarbij op dat parkeren in de stad lastig wordt, dus dan gaan mensen steeds meer andere oplossingen zoeken.
Ook verwacht ik dat de batterijontwikkeling nog veel verder zal gaan. Dat zal de elektrificatie van vervoer stimuleren. Maar wie zal het zeggen, misschien ontwikkelt waterstof zich verder, of komt er een andere disruptieve oplossing? Ik vind het spannend hoe de mix eruit zal zien en wat de innovaties zullen zijn!
Dank je Joan, voor je blik in de achteruitkijkspiegel en op de toekomst! - Dorianne Richelle, Country Manager Autoscout24 Nederland