Suzuki Splash

Goede redenen

• Voor een kleine auto is de Suzuki Splash, zeker vooraan, ruim. Maar ook op de achterbank, omdat je goed rechtop zit en de hoofdruimte ruim bemeten is, zit je met zijn 2 comfortabel.
• Dat de Splash zich ook op de lange baan weet te weren, heeft hij onder meer aan zijn onderstel te danken, de relatief hoge koets heeft weinig last van hellen, noch van zijwind. Plus: als er echt veel kilometers worden afgelegd, is er ook een diesel.
• Voor een kleine auto heeft de Splash eigenlijk verrassend veel opbergruimte over.

Belangrijke gegevens

Voor de goede orde: Suzuki was voor het Splash/Agila project verantwoordelijk voor het chassis en de motoren. Opel van zijn kant heeft zich vooral beziggehouden met het design van het duo. Was de vorige nog te veel een kartonnen doos, de laatste Splash weet zich als een moderne kleine bijna-alles-kunner te presenteren. Overigens wijzigde Suzuki op allerlei kleine details zijn benzinemotoren, het moest de eigenheid van de Splash ondersteunen, maar in wezen zijn ze gelijk aan de krachtbronnen die in de Agila terecht zijn gekomen.

Motoren

De line-up begint met de 3-cilinder, 1.0 l inhoud, dwars voorin gebouwd, 12V, en elektronische injectie. Op die manier goed van 68 pk en 90 Nm en (optie) met een startstop-systeem uitgerust. Hij was goed voor een verbruik van 5 l en een uitstoot van 106 gr CO². Daarnaast is er de 1.2 l, een 4-cilinder, goed voor 5 l gemiddeld verbruik (115 gr CO²/km) over 100 km, Euro5 gehomologeerd en 94 pk- 118 Nm sterk. Hij krijgt net als de 3-cilinder een multipoint indirecte injectie. Maar met een licht verhoogde compressieverhouding was hij wel een fractie zuiniger. Derde in de lijn: de 1.3 CDTI van Opel zelf (basisversie kwam van de Fiatgroep). Die levert 70 pk, wel met 170 Nm de beste en met 4,5 l gemiddeld verbruik ook nog eens de zuinigste. Vier cilinders, commonrail, turbo, 16V en DOHC en ook de diesel (Euro5 norm) werd vooraan dwars ingebouwd. 

Afmetingen

De Splash is met welke motor ook, 3,72 m lang, 1,68 m breed en 1,59 m hoog, met een wielbasis van 2,36 m, een koffer van 187 tot 1000 l en een tankinhoud 45 l. Daarmee kom je in de Splash zeker 900 km ver. Met een automaat woog de Splash 1.105 kg, met 5-bak 1.065 kg.

Varianten

Er waren dus, tussen 2008 en 2014, 2 Splashes. Hij kreeg in 2012 een facelift, zeg maar vooral een licht gewijzigde neus. De laatste versie verschilt alleen door de ingebouwde motor en er is 1 versie die ook met een automaat kan (1.2 l). We vergeten voor het gemak de Splashes met en zonder start stop-systeem. De GLS was luxer in de standaarduitvoering.

Prijzen

De 3-cilinder Splash kostte nieuw € 10.000 nieuw, voor de 4-cilinder GLS was dat ongeveer € 13.000 met Comfort Pack en als automaat kwam er nog eens € 4.000 bij. Voor de diesel € 16.500: dat is relatief veel geld, zelfs met een afronding naar beneden, voor een kleine auto. Temeer omdat er na een jaar of 7 niet zoveel van dat bedrag overblijft op de occasionmarkt. De jongste Splash komt uit 2012 en kost als occasion gemiddeld 5.000 euro. Diesel of benzine maakt daarbij niet veel uit qua prijs van de auto.

Design

Exterieur

Opel liet de wereld graag weten dat ze zelf voor het design van de Agila/Splash hebben gezorgd. Dat de Agila/Splash op het verkorte chassis van de Swift stond, werd dan weer minder benadrukt. De auto is ook minder hoekig geworden en is in de daklijn smaller dan zijn spoorbreedte, wat aan in de flanken nog kenmerkender wordt door de uitgestulpte wielkasten achteraan. Ook met zijn front heeft Suzuki duidelijk andere accenten gelegd, de koplampen zijn dan zo goed als gelijk aan de Opel.

Interieur

In het instrumentenbord bleef niet veel plaats over naast de snelheidsmeter en wat secundaire aanduidingen. Een verzorgde middenconsole (radio, verwarming, pook) completeerde de voorkant. Stoelen deden hun typering eer aan, de achterbank was op te klappen. Alles bij elkaar een verzorgd interieur, dat verrassend veel licht en plaats en opbergmogelijkheden bood.

Veiligheid

In 2008 testte Euro Ncap de Suzuki Splash, die in dezelfde Hongaarse fabriek (in Esztergom) als de Agila wordt gebouwd en de Splash scoorde verrassend goed: 4 sterren met een prima protectie voor kinderen en voetgangers. Maar toen waren de veiligheidsassistenten nog niet verplicht aanwezig en die heeft de Splash ook niet. Airbags (4) wel, veiligheidsgordels, ABS-remmen waren in die tijd ook bij kleine auto’s vanzelfsprekend.

Alternatieven

Opel zelf natuurlijk, met de Agila, Hyundai i10, groter, maar even goedkoop: Dacia Sandero, leuker is de Fiat Panda (zeker zijn 4x4), Renault Modus, Nissan Note of Cube, de VW Lupo, even klein maar minder handig: de drieling C1, Aygo, 107; het wemelde op een bepaald moment van de kleine auto’s.