Rover 400

Goede redenen

• Vooral het design van de tweede generatie heeft de tand des tijds goed doorstaan
• Vierdeurs sedan, vanaf 1993 ook als stationwagon, vanaf 1995 ook als vijfdeurs hatchback
• Premium model in de compacte klasse
• Benzine- en dieselversies, ook behoorlijk sportieve versies

Technische gegevens

Motorisatie

De eerste generatie van de Rover 400 biedt keuze uit vier benzinemotoren en één dieselvariant, allemaal viercilinders. De 1.396 cm3 metende 1,4-liter benzinemotor van de Rover 414 Si levert 68 kW (92 pk) en in de 414 SLi – die de Si-versie in 1994 aflost als basisuitvoering – 76 kW (103 pk). De Rover 416 GSi heeft een cilinderinhoud van 1.590 cm3 en een vermogen van 82 kW (112 pk); dit is een Honda-motor. De 420 GTi is voorzien van een Rover-motor van 1.994 cm3 met een vermogen van 100 kW (136 pk). De turbodieselmotor in de Rover 418 GSD Turbo meet 1.769 cm3 en levert 65 kW (88 pk). Deze motor is van Citroën afkomstig. Het koppel van de diesel bedraagt 180 Nm, dat van de benzinemotoren resp. 122, 127, 138 en 185 Nm. Alleen de Rover 416 GSi is ook met een viertrapsautomaat geleverd.

De tweede generatie van de Rover 400 – nu gebaseerd op het platform van de Honda Civic, maar wel een echt Rover-product – is er vanaf 1995 eerst als vijfdeurs hatchback en vierdeurs sedan. Deze generatie is voorzien van 1.4, 1.6 en 2.0 benzinemotoren van Rover, met vermogens van 76 tot 100 kW (103-136 pk). De tweelitermotor was alleen in 1997 leverbaar en alleen in de sedan. Ook in deze generatie is alleen de Rover 416 (sedan) er ook met automaat.

De turbodieselmotor voor de Rover 420 D, 420 Di en 420 SDi heeft een cilinderinhoud van 1.994 cm3 en vermogens van 63 en 77 kW (86 en 105 pk). Deze zijn van Rover.

Alle motorversies zijn standaard voorzien van een vijfversnellingsbak en voorwielaandrijving.

Afmetingen

De afmetingen van de tweede generatie van de Rover 400 komen overeen met die van de Rover 45 van 1999, die eigenlijk de faceliftversie is van de 400 uit 1995. Hier beperken we ons tot de eerste generatie van de Rover 400. Dat is een compacte vierdeurs sedan van 4,37 meter lang, 1,68 meter breed en 1,40 meter hoog. De bagageruimte is een aanzienlijke 450 liter groot en de wielbasis meet 2,55 meter. Daarmee ontlopen beide generaties elkaar nauwelijks, maar zijn de wielbasis en bagageruimte van de eerste beduidend korter resp. groter dan die van de tweede.

De belangrijkste specificaties op een rij

Varianten

De Rover 400 van de eerste generatie van 1990 is een strak vormgegeven sedan – of stationwagon. De tweede generatie van 1995 oogt veel afgeronder en is er als vierdeurs sedan en als vijfdeurs hatchback.

Het aantal uitvoeringen van de Rover 400 is vrij beperkt, met de basisuitvoering 414 Si en SLi via de 416 GSi en zijn opvolger de 416 SLi en de topversie 420 GTi en de 418 GSD Turbo. Alle versies zijn globaal hetzelfde uitgevoerd, premium voor destijds.

Voor de tweede generatie geldt ongeveer hetzelfde, al is de diesel er in drie uitvoeringen: 420 D, Di en SDi.

Prijzen

De Rover 400 van de eerste generatie kost bij zijn introductie ongeveer 15.000 euro en de prijzen lopen tot 1995 op tot 22.500 euro voor de 418 GSD Turbo. De prijzen van de tweede generatie variëren van 1995 tot 1999 tussen de ruim 16.000 tot een kleine 21.000 euro.

Occasionprijzen van de Rover 400 zijn moeilijk te geven omdat het aanbod minimaal is. Prijzen voor zijn opvolger, de Rover 45 liggen al rond de 1.000 euro, dus een Rover 400 kost vast niet méér.

Design

Buitenkant

De eerste generatie van de Rover 400 is een strakke sedan, een kopie van de Honda Concerto, met Rover-accentjes en een kenmerkende derde zijruit die vrijwel de hele C-stijl ‘opent’. De tweede generatie heeft veel meer een eigen Rover-gezicht, in de stijl van de Rover 75 en uiteraard van de hatchbackversie van de 400, de Rover 200. Die tweede generatie is er dus als vierdeurs sedan en vijfdeurs hatchback, met een heel klein kontje.

Binnenkant

Voor alle Rovers 400 geldt dat ze in principe hetzelfde fraaie interieur hebben als de Rover 200. Met een keurig dashboard met goed afleesbare meters. Om de Rover 400 een premium uitstraling te geven, heeft Rover klassieke houten accentjes toegevoegd in het interieur. Verder zijn de zittingen bekleed met (een combinatie van) fraaie stof en/of leder.

Veiligheid

Euro NCAP heeft de Rover 400 niet getest. De organisatie heeft echter wél de Rover 25 – die nauw verwant is aan de tweede generatie van de Rover 400 – aan een crash- en veiligheidstest onderworpen. Die 25 scoort slechts drie van de vijf sterren voor de bescherming van de inzittenden en twee van de destijds vier voor voetgangersveiligheid. Dan kun je concluderen dat de Rover 400 – en zeker de eerste generatie van het model – weinig te bieden heeft op het gebied van veiligheid of veiligheidssystemen dan in de jaren negentig van de vorige eeuw gebruikelijk was.

Alternatieven

De Rover 400 is een premium sedan in het compacte segment, dus auto’s als de Ford Fiesta en Volkswagen Polo kunnen als alternatieven gezien worden, maar dat zijn geen premiummodellen, evenmin als de Fiat Punto. En natuurlijk de Honda’s Civic en Concerto waarvan de Rover 400 een afgeleide is.