Rover

Bijzonderheden van het automerk Rover

• Luxe en toch betaalbaar
• Stijlvol en toch mainstream
• Faillissement: opgeheven in 2005

Historie Rover

Van sommige autofabrikanten liggen de roots in de negentiende eeuw. Toen vrijwel geen enkele ondernemer brood zag in grootschalige productie van auto’s, specialiseerden zij zich in de ontwikkeling van de allereerste gemotoriseerde voertuigen. Tot die groep behoort ook Rover uit Groot-Brittannië. Het bedrijf ontstaat in 1878 als fietsenfabriek Starley & Sutton Co. Later importeert het bedrijf – inmiddels Rover Cycle Company geheten – een aantal motorfietsen van Peugeot uit Frankrijk, met als doel deze te voorzien van een andere motor. Na de bouw van hun eerste motorfiets in 1902 (de Imperial) bouwt Rover in 1904 zijn allereerste tweepersoonsauto: de Rover Eight.

Tegen het eind van de Eerste Wereldoorlog wint de automobiel aan terrein. In 1924 besluit Rover om voortaan geen motoren, maar uitsluitend auto’s te bouwen. Dat gaat niet meteen vlekkeloos; door tegenvallende verkopen gaat het bedrijf bijna failliet. Om de autofabriek er weer bovenop te krijgen, besluit Rover om geen eenvoudige modellen, maar voertuigen in het luxere segment te ontwikkelen.

Onder leiding van de broers Spencer en Maurice Wilks gaat het steeds beter met Rover. Na de Tweede Wereldoorlog is metaal schaars geworden. Noodgedwongen ontdekken de ingenieurs van Rover aluminium, dat lichter is en niet roest. Dit materiaal zien we terug als in 1947 de ontwikkeling begint van de legendarische Land Rover terreinwagen, die decennia lang in productie zou blijven.

Die succesvolle terreinwagens – eerst de Land Rover, maar later de Defender, Discovery, Freelander en Range Rover – bezorgen de Britse automobielfabrikant grote bekendheid. Toch heeft Rover ook memorabele personenauto’s geproduceerd, zoals de Rover P5 sedan en coupé, de P6 en de sportieve SD1.

Kenners zien de Rover SD1 ook wel als de laatste échte Rover; daarna begint het merk aan een vrije val en komt Rover in handen van andere autofabrikanten. Na een fusie met Jaguar-Triumph en later met Austin gaat Rover op in een enorm Brits automobielconcern onder de naam British Leyland Motor Corporation (BLMC). Grote problemen in de jaren ’70 leiden tot een nationalisatie van British Leyland. Daarna ploetert Rover voort.

In de jaren ’80 en ’90 biedt Honda uitkomst. Samen met het Japanse merk gaat Rover auto’s bouwen op dezelfde productielijn. Dat doet de merkidentiteit van het Britse Rover geen goed; auto’s uit deze fase zijn feitelijk een Honda, maar vaak voorzien van minder goede motoren. Zo is de Honda Legend omgetoverd tot Rover 800 en Sterling, de Honda Concerto is de basis voor de Rover 200 (hatchback) en 400 (sedan) en van de Honda Accord maakt Rover de 600-serie.

Halverwege de jaren ’90 besluit BMW om Rover over te nemen. Het is de Duitsers echter vooral te doen om de zustermerken Land Rover en Mini; onder BMW’s vleugels kunnen de Rover 75, een luxe sedan en stationwagen, en de compacte Streetwise, op basis van de verouderde 25, weinig potten breken. Land Rover wordt verkocht aan Ford. De meest sportieve versies van de 45 en 75 worden nog even verkocht als MG, maar dat kan het tijd niet keren. Rover probeert het nog via een samenwerking met Tata Motors uit India, maar verder dan de armzalige CityRover komt het niet. In april 2005 gaat Rover failliet.

De Chinese autobouwer SAIC Motor koopt in 2006 de technologische nalatenschap, maar krijgt van eigenaar BMW geen zeggenschap over de merknaam Rover. Daarom besluiten de Chinezen om hun nieuwe automerk dan maar Roewe te noemen. Van dat merk, evenals Rover, hebben we sindsdien niet veel meer gezien in Europa.

Modellen en varianten

Sinds 2005 is het merk Rover opgeheven. Rover maakt geen nieuwe auto’s meer.

Prijzen

Nieuwprijzen

Rover is in 2005 failliet gegaan en maakt sindsdien geen nieuwe auto’s meer.

Prijzen van occasions

Vlak voordat Rover kopje-onder ging, bouwde het Britse merk nog de CityRover. Deze compacte 5-deurs stadsauto van Indiase komaf kostte nieuw ooit tussen de 10 en 13 mille. Tegenwoordig betaal je nog maar een fractie van dat bedrag voor een CityRover als occasion.

Meer exemplaren vind je van de Rover 25, de compacte stadsauto. Die was er ook als MG ZR en als Rover Streetwise, met extra dikke kunststof bumpers. De middenklasse sedan, de Rover 45, was er ook als sportievere MG ZS. De grotere Rover 75, die als luxe sedan en stationwagen is verkocht, kwam ook als MG ZT. De sedan is als Rover 75 V8 voorzien van een 4,6-liter achtcilinder uit de Ford Mustang. Deze laatste uitvoeringen zijn altijd zeer zeldzaam gebleven.

Voor een occasion Rover 25 beginnen de prijzen bij 1.000 euro, een occasion Rover 45 begint bij zo’n 1.500 euro en een Rover 75 staat vanaf zo’n 2.500 euro als occasion te koop.

Alternatieven

Rover was in zijn tijd een serieus alternatief voor mainstream automerken die wat meer op luxe gericht waren. Wie in de markt was voor een nieuwe Rover had mogelijk ook interesse in een Lancia, Alfa Romeo, Saab, Mercedes of Audi. Bij Rover kreeg je echter vaak meer auto voor hetzelfde geld. Ook jammer: de laatste Rovers waren best betrouwbare auto’s, waarvan alle kinderziektes waren verholpen.

Voor de Rover 25 zijn er talloze alternatieven te bedenken. Van een Fiat Punto en Ford Fiesta tot een Peugeot 206 of Renault Clio. De middenklasse sedan, de Rover 45, heeft moeten wedijveren met de Mazda 3, Honda Civic of Nissan Primera. Voor de Rover 75 zijn er – zowel als sedan als voor de stationwagen – alternatieven in overvloed, zoals de Jaguar X-Type, Audi A4, Mercedes-Benz C-klasse, Alfa Romeo 156, Citroën C5, Peugeot 407 of Renault Laguna.