Mazda 121

Goede redenen

• Betrouwbare techniek en vertrouwde, bekende modellen, waarmee je je echter ook niet onderscheidt
• Keuze uit maar liefst drie totaal verschillende modellen, die er ook nog eens met drie, vier en vijf deuren zijn
• Lekker licht en compact, goedkoop in aanschaf en onderhoud, relatief lage wegenbelasting
• Lekker wendbaar, ideaal voor in de stad

Technische gegevens

Motorisatie

De grote Mazda 121 Coupé was van 1979 tot 1981 leverbaar met een tweeliter viercilinder benzinemotor met 64 kW (87 pk) gekoppeld aan een handmatig te bedienen vijfversnellingsbak. Maar dit is een bijna-klassieke auto die in elk opzicht verschilt van de compacte en veel populairdere Mazda 121 van vanaf 1988. Dit model laten we daarom verder buiten beschouwing.

Begin 1988 verschijnt de Mazda 121 als tweelingbroertje van de Kia Pride. Deze generatie is er met viercilinder lijnmotoren van 1.138 en 1.324 cm3 met vermogens van 40 en 44 kW (54 en 60 pk) en 87 en 100 Nm trekkracht. De basisversie is voorzien van een handmatig te bedienen vierversnellingsbak, de andere met een vijfbak. Automaten zijn er niet en natuurlijk zijn de voorwielen aangedreven.

De Mazda 121 van 1991 – het zogenoemde bolhoedje – is er uitsluitend met de grootste motor van het vorige model, maar dan in twee vermogensvarianten: 40 en 54 kW (54 en 73 pk) en een koppel van 99 en 106 Nm. Dit model is er uitsluitend met een handmatig te bedienen vijfversnellingsbak.

Het laatste, derde model van de compacte Mazda 121 is opnieuw een tweelingbroertje, deze keer van de Ford Fiesta van destijds. Hij is er met drie motoren: een 1.299 cm3 viercilinder benzinemotor met 44 kW (60 pk), een 1.242 cm3 viercilinder benzinemotor met 55 kW (75 pk) en een 1.753 cm3 viercilinder dieselmotor met 44 kW (60 pk). Alleen de middelste motorvariant is er met automaat. Na de facelift van begin 2000 heeft de diesel een vermogen van 55 kW (75 pk) en verdwijnt de automaat.

Afmetingen

De Mazda 121 van na 1996 is er in drie- en vijfdeursuitvoering en beide varianten hebben hetzelfde formaat. De B-segmenter is 3,83 meter lang en heeft een bagageruimte van 250 liter, uit te breiden tot 930 liter met de achterbankleuning neergeklapt. Elke versie van de Duitse Japanner weegt rond de ton, pakweg honderd kilogram lichter dan een B-segmenter van tegenwoordig.

De belangrijkste specificaties op een rij:

Varianten

De laatste generatie van de Mazda 121 is er in de genoemde motorvarianten, als drie- en vijfdeurs en in de uitvoeringen LX en GLX. Na de facelift van begin 2000 is hij er alleen nog in de GLX-uitvoering met benzinemotoren en LX met benzinemotoren. Het belangrijkste verschil tussen de LX en de GLX zijn onder meer de hoogteverstelling van de voorstoelen en de neerklapbare achterbank, die in de GLX-uitvoering gedeeld is. Verder is de GLX voorzien van een toerenteller. Na de facelift is de GLX voorzien van centrale portiervergrendeling en niet alleen leeslampjes achterin, maar ook voorin.

Prijzen

De Mazda 121 kost in 1996 omgerekend minimaal 10.414 euro als driedeurs en de vijfdeurs is ongeveer 250 euro duurder. Na de facelift kost hij minimaal 12.128 euro en de vijfdeursversie is dan ruim 450 euro duurder.

Het aanbod occasions van de Mazda 121 is vrij beperkt, maar dat komt natuurlijk ook door de ouderdom van het model. Het karakteristieke ‘bolhoedje’ vind je al voor 1.500 euro – maar dan heb je wel een exemplaar van meer dan dertig jaar oud – tot meer dan 4.000 euro voor een versie met groot stoffen vouwdak. De tweede generatie is misschien op weg een cultautootje te worden, een nieuwer exemplaar van de laatste generatie – zeg maar de Fiesta – koop je voor 1.000 tot 1.500 euro. Exemplaren van de 121 in het model van de Kia Pride lijkt uitgestorven.

Design

Buitenkant

De Mazda 121 is meestal een tweeling van een model van een ander merk. De eerste jaren van de Kia Pride en vanaf 1996 tot in 2001 van de Ford Fiesta van destijds. Dat betekent dus dat de 121 een eenvoudige drie- en vijfdeurs hatchback is en in zijn tijd een bekende, herkenbare verschijning, domweg omdat je ze veel zag. De generatie van 1991 tot 1996 is een koddig ogend vierdeurs sedannetje, dat ook met een groot stoffen dak is geleverd – de zogenoemde Cabrio Top. Het vlakke gedeelte van het dak was volledig naar achter te schuiven, zodat je lekker in de zon kunt zitten. Dit model kon je nog verder opleuken met lichtmetalen wielen in de vorm van … beertjes.

Binnenkant

Natuurlijk wijkt de Mazda 121 in het interieur net zo weinig af van zijn tweelingbroertjes als qua uiterlijk. Maar de tweede generatie van de 121 was een grappig sedannetje met een relatief hoge kap – hij is maar liefst 15 centimeter hoger dan zijn opvolger. Dat betekent dus aangenaam veel interieurruimte, maar vooral in de hoogte natuurlijk. Verder is het interieur van die generatie natuurlijk traditioneel Japans van die tijd: veel plastic, veel grijs. Maar het is desondanks een apart autootje, dat een beetje een karikatuur lijkt van de oude Subaru Impreza.

Veiligheid

De Mazda 121 van 1996 is niet aan een crashtest van Euro NCAP onderworpen. De Ford Fiesta is echter in 1997 wél door Euro NCAP getest. Dat model is hetzelfde dus je mag ervan uitgaan dat de Mazda 121 voor dezelfde waardering in aanmerking komt als de Fiesta. Die scoorde drie sterren voor de veiligheid van volwassen inzittenden en slechts één ster voor voetgangersveiligheid. In de beginjaren was een airbag voor de bestuurder een optie tegen meerprijs, vanaf 1999 was die standaard. Een airbag voor de passagier is altijd een optie. Andere veiligheids- of assistentiesystemen zijn er niet.

Alternatieven

In dit artikel komt hij telkens weer terug: de Ford Fiesta van destijds. Het alternatief bij uitstek natuurlijk voor de Mazda 121. Maar je kunt ook denken aan de Daewoo en Chevrolet Matiz. Andere alternatieven zijn de Volkswagen Lupo en de Seat Arosa, de oudere Renault Clio, de oudere Opel Corsa, de Hyundai Atos en de Skoda Fabia, maar ook wel de Citroën C1/Peugeot 107/Toyota Aygo.