Jaguar XJ6

Goede redenen

• De XJ6 is uitgesproken elegant, vooral de tweedeurs Coupé
• Comfortabel, snel, beschaafd, verfijnd
• Gevarieerde keuze, want de XJ6 is er in drie generaties
• Exclusief imago

Technische gegevens

Motorisatie

Als Jaguar in 1968 de XJ6 introduceert, voorziet het het model van een zescilinder-in-lijn benzinemotor met een cilinderinhoud van 2,8 en 4,2 liter (2.792 en 4.235 cm3, 103 en 137 kW (140 en 186 pk)). De auto’s zijn voorzien van een handmatig te bedienen vierversnellingsbak of een drietrapsautomaat.

In 1973 verschijnt een gefacelifte versie – de Series II – en die biedt Jaguar behalve met de bestaande motoren vanaf 1975 ook aan met een 3,4-litermotor (3.442 cm3, 118 kW (160 pk)). De kleinste zescilinder vervalt in 1975. De XJ6 Coupé is er alleen met de 4,2-liter zescilinder.

Jaguar introduceert in 1979 de Series III, die er net als de voorgaande series als XJ6 en XJ12 is. De zescilinders zijn dezelfde als die in de vorige ‘Series’, maar er is nu naast de drietrapsautomaat ook een handmatig te bedienen vijfversnellingsbak. In 1987 stopt Jaguar de productie van de XJ6 Series III, de XJ12 Series III blijft tot 1992 in productie.

In 1986 introduceert Jaguar een geheel nieuw model, intern XJ40 genoemd, dat veel strakker is dan de klassieke XJ6. Deze XJ6 is er met zescilinder lijnmotoren, al zijn ook die geheel nieuw. Cilinderinhouden zijn 2.919, 3.239, 3.590 en 3.980 cm3, met vermogens van 110, 147, 149 en 166 kW (150, 200, 203 en 226 pk). Na een ingrijpende facelift in 1994 verandert de interne naam van dit model in X300, maar hij is er ook weer als XJ6, met de 3.239 en 3.980 cm3 zescilindermotoren uit de versie van voor de facelift, die technisch verder verbeterd zijn en vermogens van leveren van 161 en 183 kW (219 en 249 pk). In 1997, na weer een facelift (intern X308), verdwijnt de XJ6-variant.

In 2003 keert de Jaguar XJ6 weer terug in een geheel nieuwe generatie van Jaguars elegante grote sedan, met nieuwe zescilinders. Er is nu ook een dieselversie en zowel de benzine- als de dieselmotor is een V6, de eerste met een cilinderinhoud van 2.967, de tweede met 2.722 cm3. Vermogen: 179 resp 152 kW (240 resp. 204 pk). Na 2009 verdwijnt de modelnaam XJ6 definitief.

Afmetingen

De klassieke Jaguar XJ6 series I, II en III zijn regelrechte klassiekers. Maar de XJ6 van 1994-1997 – inmiddels een zogenoemde youngtimer – werd een van de succesvolste modellen van het merk. Dit model, intern de X300 genoemd, is een behoorlijk grote auto – ruim 5,00 meter lang. Maar er is zelfs een langere versie, die met een 13 centimeter langere wielbasis zelfs 5,15 meter lang is. Beide versies hebben een bagageruimte van 410 liter, maar een neerklapbare achterbank ontbreekt – natuurlijk.

De belangrijkste specificaties op een rij:

Varianten

De Jaguar XJ6 is er in drie generaties, die allemaal duidelijke familiegelijkenis tonen. De eerste generatie van 1968-1992 (Series I, II en III) zijn bijzonder elegante vierdeurs sedans, lang en laag. De Series II was er van 1975 tot in 1978 ook als bijzonder fraaie tweedeurs coupé.

De tweede generatie van 1986-2003 is in eerste instantie beduidend strakker vormgegeven dan zijn voorgangers, maar met de facelift van 1994 is de XJ6 weer zo elegant als de vorige generatie. Met de facelift van 1997 verdwijnt echter de XJ6 – alleen de XJ12 blijft dan in productie.

De laatste generatie van 2003-2009 is opnieuw een geheel nieuw ontwerp in de klassieke stijl van de oorspronkelijke Jaguar XJ.

Elke generatie van de XJ6 is er ook met een langere wielbasis. In alle generaties is de XJ12 eigenlijk dezelfde auto, maar dan met V12-motor van Jaguar.

Prijzen

De laatste nieuwprijs van de Jaguar XJ6 ligt rond de 95.000 euro. Occasions van de tweede generatie vind je al voor prijzen rond de 4.000 euro. Prijzen voor een relatief jonge klassieker van de eerste generatie, een Series III beginnen bij 6.000 euro – hetzelfde prijsniveau als een dieselversie van de derde generatie (2003-2009). Prijzen van de derde generatie lopen op tot 30.000 euro voor de jongste exemplaren. Er zijn occasions in veel varianten en het aanbod is niet groot, maar heel gevarieerd.

Design

Buitenkant

Elke Jaguar XJ – of het nu de XJ6 is of de XJ12 – is een klassieke, langgerekte sedan, met een elegante lange en lage neus en een elegante, eveneens lange achterzijde. Alleen het model van de eerste serie van de tweede generatie (1986-1994) is wat strakker en logger van vorm. De tweedeurs XJ6 Coupé van 1975-1978 is een schoonheid. Kenmerkend voor de eerste generatie is dat die vaak is voorzien van een met leder beklede kap.

Binnenkant

Het interieur van elke Jaguar XJ6 is luxueus, denk aan walnotenhouten panelen en lederen bekleding. Maar vooral de eerste generatie is vrij krap, door de lage daklijn en de volumineuze stoelen. In de versie met de langere wielbasis heb je uiteraard meer beenruimte achterin.

Het is stil in de XJ6, dat was vroeger heel bijzonder, maar tegenwoordig met talrijke elektrische auto’s is stilte in het interieur minder bijzonder.

Veiligheid

De Jaguar XJ6 is nooit door Euro NCAP getest. Maar de jongere modellen zijn meestal wel voorzien van zaken als airbags, stabiliteitsregeling, tractiecontrole, remassistentie en ABS. Natuurlijk hebben de modellen uit de vorige eeuw die niet of nauwelijks. Maar de belangrijkste veiligheidsvoorziening is de chauffeur.

Alternatieven

De originele Jaguar XJ was destijds een uitgesproken exclusieve auto, de latere generaties zijn dat wat minder, ook doordat er steeds meer premiummodellen zijn verschenen. Denk daarbij aan de BMW 7-serie, de Volkswagen Phaeton en de Mercedes-Benz S-klasse, al halen die het qua uitstraling vaak niet bij de Jaguars XJ uit dezelfde periode. Een gedurfder alternatief is de Maserati Quattroporte

Een stuk lager op de ladder van alternatieven vind je de topversies van de Ford Granada en Scorpio en de Opel Senator.