BMW Alpina B10

Goede redenen

• BMW voor de fijnproever
• Heerlijke reisauto voor lange(re) afstanden
• Uiterst fraai als vierdeurs Gran Coupé
• Uiterst ruim (maar minder fraai) als 6 Serie GT

Technische gegevens

Motorisatie

De BMW Alpina B10 is gebaseerd op drie verschillende generaties van de BMW 5 Serie: E28 (1985 – 1987), E34 (1988 – 1996) en E39 (1997 – 2004). De eerste generatie was enkel leverbaar als sedan, de overige generaties ook als Touring-stationwagen. Met een vermogen van 192 kW (261 pk) en 346 Nm koppel behoorde de E28-generatie van de Alpina B10 tot de snelste sedans ter wereld. Menig supercar van die tijd werd het nakeken gegeven. Zo verliep de sprint naar 100 km/h in 6,4 seconden en wist de Alpina B10 van de E28-generatrie een topsnelheid te bereiken van 250 km/u. Ongekend in die periode.

Met de E34-generatie hield Alpina de eer van ‘s werelds snelste sedan graag hoog door de BMW 5 Serie nog meer kracht en snelheid toe te stoppen. Te beginnen met 186 kW (254 pk) en 325 Nm, amper minder dan de M5 uit de koker van BMW zelf. Dit duurde overigens maar even, want in 1993 lanceerde Alpina een nog krachtiger versie van de B10. De 4,0-liter BiTurbo V8 daarvan leverde 231 kW (315 pk) en 410 Nm aan koppel. Een topsnelheid van ruim 260 km/u was haalbaar. Een jaar later volgde de versie met grotere V8 en een vermogen van 250 kW (340 pk) en 480 Nm aan koppel. Een sprinttijd onder de zes seconden kwam zeer dichtbij, evenals een top van 280 km/u. Ferrari- en Porsche-rijders werden er onrustig van.

Januari 1997, Alpina weet niet van ophouden en lanceert de B10 op basis van de E39-generatie van de 5 Serie. Het vermogen bleef steken op 250 kW (340 pk) en het koppel daalde zelfs iets met 10 Nm ten opzichte van zijn voorganger. Andere parameters zorgen ervoor dat er alsnog aan snelheid werd gewonnen: in 5,9 seconden zat de B10 E39 op de honderd. In de periode daarna introduceerde Alpina zowel een mildere als een krachtigere variant van de B10, respectievelijk goed voor 191 kW (260 pk) en 330 Nm en 255 kW (347 pk) en 480 Nm. Die laatste werd natuurlijk een publiekslieveling vanwege zijn ongekende prestaties. Met een acceleratie van 0 naar 100 km/u in 5,5 seconden bevond de krachtigste B10 ooit zich in supercarterritorium. De topsnelheid bedroeg net geen 280 km/u in het geval van de sedan. Gezien de imponerende specs van die laatste, had niemand durven dromen dat Alpina vriend en vijand (en zichzelf waarschijnlijk) verraste met de ultieme B10: de B10 S. De 4,8-liter V8 werd maximaal uitgeknepen tot een hoogte van 275 kW (375 pk) en 510 Nm aan koppel, waarmee nog eens een tiende van de sprinttijd naar 100 km/u werd afgesnoept. Zelfs als Touring dook de B10 S ruim onder de zes seconden op de welbekende sprint. En de topsnelheid? Die schoof naar 284 km/h voor de Sedan en 273 km/u voor de Touring.

Afmetingen

De Alpina B10 is gebaseerd op de BMW 5 Serie van de E28, E34 en E39-generatie. De vakkundige ingrepen van Alpina zijn steevast vooral van technische van aard. De optische verschillen zijn beperkt, waardoor de pareltjes van Alpina’s dezelfde maatvoering aanhouden als de BMW’s waarop ze gebaseerd zijn. In het geval van de B10 E39-generatie, stilletje toch wel de populairste onder liefhebbers, is dat een lengte van 4,78 meter, bij een breedte en hoogte van respectievelijk 1,80 en 1,43 meter. De wielbasis bedraagt 2,83 meter, genoeg om vier volwassenen prima te laten toeven op een langere trip. Inclusief hun bagage, want ook daarin verschilt de B10 niet van de gewone E39 5 Serie. Er is standaard 460 liter voor handen.

De belangrijkste specificaties op een rij (B10 E39-generatie):

Varianten

Over de verschillende (carrosserie)varianten van de BMW Alpina B10 kunnen we kort zijn: het model was er als Limousine annex Sedan en als Touring-stationwagen. De eerste generatie (E28) is enkel als vierdeurs sedan geleverd. Uiteenlopende uitvoeringen waren er niet; de B10 was er slechts in één uitvoering waarbij luxe, kracht en snelheid op een unieke wijze samenkwamen in één auto. Dit terwijl de uitstraling – op de typerende grote, multispaaks lichtmetalen wielen na misschien – steevast ingetogen en stijlvol was. Heel anders dan de M-modellen van BMW zelf, die juist de nadruk legden op een aangedikt ex- en interieur middels uitgeklopte wielkasten, aangezette bumpers rondom en fellere kleuren. Wat dat betreft is een BMW Alpina de crème de la crème onder de zogenoemde ‘sleeper cars’. Oftewel, bloedsnel zonder dat dit meteen duidelijk wordt gemaakt.

Prijzen

Traditioneel bezien schurkt de prijs van een nieuwe Alpina veelal tegen dat van zijn BMW M-tegenhanger aan. In het geval van de B10 is dat de BMW M5. Zo kostte een nieuwe M5 eind jaren negentig rondom 105.000 euro, dat van de Alpina B10 lag zo’n 10.000 euro lager. Dit terwijl de prestaties en zeker het comfort- en luxeniveau op een veelal vergelijkbaar niveau of zelfs hoger lagen. Nog maar te zwijgen over de exclusiviteit. Zo zijn er van de B10 E39 naar verluidt slechts 472 exemplaren gemaakt, verdeeld over 277 exemplaren met V8 en 185 voorzien van zescilinder-in-lijn-motor. Van de BMW Alpina B10 S zouden er naar verluidt nog geeneens 50 stuks zijn geproduceerd, wat deze uitvoering een zeer gewild object maakt onder verzamelaars.

Design

Exterieur

Alpina heeft zijn roots liggen in de autosport; daar waar grotesk spoilerwerk gemeengoed is. Hoe tegenovergesteld is de gemiddelde Alpina voor de openbare weg. Die oogt juist opvallend ingetogen en stijlvol in relatie tot het indrukwekkende prestatieniveau dat hij tentoon kan spreiden. Dit alles acht van de tien keer gehuld in een blauwe jas, de huiskleur van Alpina, en rollend of rustend op lichtmetalen wielen voorzien van vele smalle spaken. Als je niet beter zou weten zou je bij het aanschouwen van een Alpina haast denken met een instapper met een paar visuele opties van doen te hebben, totdat degene achter het stuur van een Alpina B10 ineens het gaspedaal vloert…

Interieur

Open de portieren van een Alpina B10 en het onderscheid met de gemiddelde BMW is meteen zonneklaar. Alpina past veel maatwerk toe in de interieurs van zijn modellen en dat zie je negen van de tien keer terug in het kleurenspel van het meubilair, dashboard en portieren en andere fijnzinnige details. Waar de gemiddelde BMW, zelfs de M-modellen, veelal zijn voorzien van een overwegend zwart of donkergrijs interieur, is dat enkel het geval bij de Alpina-rijder die hier eveneens expliciet voor kiest. Menig Alpina-koper kiest – als het dan toch kan – voor een contrasterende ambiance, bijvoorbeeld beige lederen bekleding in combinatie met donkerbruine houten accenten en stikselwerk in nog een derde accentkleur. Soms leidt dat tot best wel gedurfde en persoonlijke uitdossingen, maar ja dat is nu eenmaal het mooie en exclusieve van een Alpina. Bij BMW is maatwerk overigens ook mogelijk, middels het Individual-programma. Echter relatief bezien maakt slechts een gering percentage van de BMW-kopers hier gebruik van. Bij een Alpina is het juist welhaast standaard. Met als finishing touch het vervangen van de standaard BMW-logo’s voor exemplaren uit eigen huis. Dit trouwens alleen binnenin. Op de motorkap en achterklep van iedere Alpina prijkt nog altijd steevast het beeldmerk van BMW.

Veiligheid

De BMW Alpina B10 (E39) kreeg geen aparte beoordeling van Euro NCAP. Echter de 5 Serie die als technische basis diende is wel beoordeeld door het onafhankelijke veiligheidsinstituut en behaalde 4 sterren destijds. Dit met als kanttekening dat de score vooral te wijten is aan de mate van inzittendenbescherming en niet zozeer de bescherming van voetgangers en andere medeweggebruikers. Met name de ‘agressieve’ en ‘onvergefelijke’ vormgeving van de voorzijde van de 5 Serie is hier debet aan volgens Euro NCAP.

Alternatieven

Grootste rivaal van de Alpina B10 laat zich makkelijk raden; dat is natuurlijk de BMW M5. Maar er zijn meer kapers op de kust. Zo mikten de Audi RS6 en Mercedes-Benz E 55 AMG op eenzelfde publiek. Minder voor de hand liggend, maar bedeeld met een vergelijkbare combinatie van snelheid en luxe zijn de Maserati Quattroporte en Jaguar XJR.