Fiat Coupe

Goede redenen

• Ook geleverd als turbo!
• Scherpe lijnen zorgen voor unieke uitstraling
• Verrassend betaalbaar
• Geliefd als tuningobject

Historie Fiat coupé-modellen

De Fiat coupé-modellen zijn van alle tijden. Zo ontwierp het designbureau Ghia in 1961 een Fiat coupé op basis van de Fiat 2300. Deze had vier zitplaatsen en een prestatievermogen van 77 kW (105 pk). De Italiaanse autoproducent Abarth modificeerde de krachtbron tot een motor met 96 kW (131 pk) in de versie Fiat 2300 S Coupé. De Fiat 850 Coupé, die ontworpen was door designer Bertone op basis van de gelijknamige sedan, trad midden jaren zestig iets bescheidener naar voren.

Aanvankelijk had deze kleine sportcoupé een prestatievermogen van slechts 34 kW (47 pk), maar dat was alsnog voldoende om een topsnelheid van 140 km/u mee te kunnen bereiken. Het dynamische optreden werd in het interieur onderstreept door sportstoelen en een met leder afgewerkt stuur. Tot aan de beëindiging van de productie in 1972 verscheen er twee keer een nieuwe oplage van de Fiat 850 Coupé. In 1976 verscheen er een opvolger, de Fiat Coupé 1100/1300 op basis van de Fiat 128, die onder de naam Fiat 128 Berlinetta verkocht werd.

Fiat Dino Coupé: met Ferrari-motor!

In 1966 breidde de Italiaanse autofabrikant zijn collectie van sportieve modellen uit met de Coupé Fiat Dino. Deze door Bertone ontworpen coupé werd aanvankelijk tot 1969 met een van Ferrari stammende zescilindermotor met 117 kW (160 pk) geproduceerd. Vervolgens werd hij tot 1974 met een sportievere 2,4 liter motor met 132 kW (180 pk) uitgerust.

Fiat 130: coupé van de hogere klasse

De fabrikant uit Turijn presenteerde in de jaren zeventig ook een coupé in de hogere klasse. Hij werd ontworpen en geproduceerd door carrosseriebouwer Pininfarina, waar tussen 1971 en 1977 circa 5.000 exemplaren van deze Fiat 130 sportcoupé ontstonden. De Fiat 130 Coupé beschikte over een 3,2 liter V6-motor met een prestatievermogen van 121 kW (165 pk). Verder had hij een uitrusting die past bij een auto uit de hogere klasse, namelijk met airconditioning, aluminium velgen en elektrisch bedienbare zijruiten.

En toen was daar de Fiat Coupé, geïntroduceerd in 1994 en gebouwd tot 2000. Na dit model heeft Fiat geen coupé-modellen meer geproduceerd.

Technische gegevens

Motorisatie

De 2+2 Fiat Coupé werd door carrosseriespecialist Pininfarina voor Fiat geproduceerd. De sportcoupé is geleverd met verschillende benzinemotoren. Het absolute topmodel was de Fiat Coupé met turbolading en een prestatievermogen van 162 kW (220 pk) en een koppel van liefst 310 Nm. In deze versie kon de auto in combinatie met een handgeschakelde zesbak maximaal 250 km/u bereiken en werd de 0-100-sprint in ongeveer 6,5 seconden afgelegd. De Fiat Coupé 2.0 Turbo 20V was op dat moment de snelste in serie geproduceerde auto in de geschiedenis van Fiat. Tegenwoordig is met name de turbovariant geliefd onder verzamelaars. We zetten alle motorvarianten even op een rij.

Motorvarianten Fiat Coupé

• 1.8 16V 4-cilinder – 96 kW (131 pk)
• 2.0 16V 4-cilinder – 102 kW (139 pk)
• 2.0 20V 5-cilinder – 108 kW (147 pk)
• 2.0 20V V.I.S. 5-cilinder – 113 kW (154 pk)
• 2.0 16V Turbo 4-cilinder – 140 kW (190 pk)
• 2.0 20V Turbo 4-cilinder – 162 kW (220 pk)

Afmetingen

De Fiat Coupé heeft een lengte van 4.250 mm, een breedte van 1.766 mm en een hoogte van 1.340 mm. De wielbasis van de sportcoupé komt uit op 2.540 mm. Heel zwaar is de auto niet, want met een gewicht van net geen 1.300 kilogram is deze Fiat lekker lichtvoetig.

De belangrijkste specificaties op een rij